Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan. Deuteronomium 28: 6
De zegeningen van de wet zijn niet ingetrokken. Jezus bevestigde de belofte toen hij de straf droeg. Als ik de geboden van mijn Heere bewaar, kan ik deze belofte zonder twijfel toepassen. Deze dag zal ik in mijn huis ingaan zonder angst voor slechte boodschappen, en ik zal in mijn binnenkamer ingaan en verwachten dat ik goed nieuws van mijn Heere zal horen. Ik zal niet bang zijn om mezelf te onderzoeken, of om mijn zaken te onderzoeken door een zorgvuldige inspectie van mijn handel en wandel. Ik heb binnenshuis veel werk te doen, in mijn eigen ziel. Oh, ik wens dat ik er een zegen over mag verkrijgen, de zegen van de Heere Jezus, Die beloofd heeft om met mij te blijven. Ik moet ook uitgaan. Beschroomdheid laat me wensen dat ik binnen de deur zou blijven en nooit weer in de zondige wereld zou gaan. Maar ik moet uitgaan in mijn roeping, en ik moet uitgaan dat ik mijn broeders nuttig kan zijn en zo ook nuttig kan zijn voor de goddelozen. Ik moet een verdediger zijn van het geloof en een aanvaller van het kwaad. Oh, dat ik vandaag een zegen op mijn uitgaan mag verkrijgen! Heere, laat me gaan waar U me leidt, met Uw gebeden, onder Uw bevel en in de kracht van Uw Geest. Heere Jezus, kom bij mij binnen en wees mijn gast; en ga dan met me uit en laat mijn hart branden, terwijl U onderweg met mij spreekt.