Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen. JOHANNES 16:33
De gelovige is op twee plaatsen en hij leeft twee levens. In de tekst worden twee plaatsen genoemd, “in Mij” en “in deze wereld”. Het edelste leven van de heilige is “verborgen met Christus in God”; dit is zijn nieuwe leven, zijn geestelijk leven, zijn onvergankelijk leven, zijn eeuwige leven. Verheug je, geliefden, als je in Christus bent, en geniet van het voorrecht dat bij die toestand hoort: “opdat gij in Mij vrede hebt.” Wees niet tevreden zonder dat; je hebt er recht op door je relatie met de Prins der Vrede. Omdat je in Christus bent, is het eeuwige leven veilig, daar mag je rust in vinden. Je grootste belangen zijn allemaal veilig, want ze worden gegarandeerd door het verbond waarvan Jezus de borg is. Je schat, je eeuwige deel, is veilig met Hem in de hemel waar noch roest noch dief kan binnendringen. Wees daarom blijmoedig. Je bent bedroefd omdat je je bewust bent dat je ook een ander leven leidt, want je woont in het midden van slechte mensen, of zoals de tekst het zegt, je bent in de wereld. Zelfs terwijl je in de zoete afzondering van het huisgezin woont, hoewel je familie genadig is bezocht, en je geliefden allemaal gelovigen zijn, toch gebeuren er dingen die je doen voelen dat je in de wereld bent – een wereld van zonde en verdriet. Je bent nog niet in de hemel; droom niet dat je er al bent. Het zou jammer zijn voor een zeeman om te verwachten dat de zee even stabiel is als het land, want de zee is de zee tot het einde; en de wereld zal de wereld voor jou zijn zolang je erin leeft.