U zult grotere dingen zien dan deze. En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Nathanaël was een echte Israëliet – en ook hij zal het visioen van Israël ontvangen. Wat was het grote visioen dat Israël, of Jakob, zag? Hij zag de ladder waarop engelen opstegen en afdaalden. Nathanaël zal precies hetzelfde zien; hij zal Jezus Christus zien als de verbindende schakel tussen een geopende hemel en een gezegende aarde, hij zal engelen zien neerdalen en opstijgen van de Mensenzoon. Als je het merkteken van Israël draagt, zul je ook de voorrechten van Israël genieten. Als je werkelijk een Israëliet bent, zul je ook de zegen bezitten waar Israël zich in verheugde. Nathanaël had Jezus herkend als de Zoon van God: hier wordt hem verteld dat hij Hem in Zijn heerlijkheid zal zien als de Zoon des mensen. Let op dat laatste woord van het hoofdstuk. Het is niet zozeer dat Christus Zichzelf nederig de ‘de Zoon des mensen’ noemde – hoewel dat waar is – maar het is ook dit: het zien van de heerlijkheid die Christus als God heeft is een eenvoudige zaak, maar het zien en begrijpen van de heerlijkheid van Christus als Mens – dat is een waarneming die door geloof wordt gedaan. Misschien is dat een aanschouwing die, wat onze zintuigen betreft, bewaard blijft voor de dag van Zijn wederkomst. Wanneer de Man die op Golgota leed op de grote witte troon zal verschijnen om de levenden en de doden te oordelen – als je gelooft dat Jezus de Zoon van God is, zul je Hem nog steeds in Zijn heerlijkheid zien als een Mens, Die de wereldscepter zwaait, als de gekroonde Koning van de gehele aarde.
Lezen: Psalm 24