Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
De eeuwige God is voor u een woning. Deuteronomium 33 vers 27
Het woord ‘woning’ kan ook vertaald worden met toevlucht, of schuilplaats; dit laat zien dat God onze woonplaats, ons tehuis is. We vinden in dit beeld een volheid. Het is een liefelijk beeld, want ons thuis is ons dierbaar, al is het maar een hut of een armoedige zolderkamer; nog veel dierbaarder is onze gezegende God, in Wie wij leven, ons bewegen en zijn. Thuis voelen wij ons veilig; wij sluiten de wereld buiten, en voelen ons rustig en zeker. Zo is het ook als wij met onze God zijn. Dan vrezen wij geen kwaad. Hij is onze toevlucht en onze schaduw, onze veilige vesting. Thuis rusten wij; daar vinden wij de stilte, na de moeite en het werk van de dag. En zo vinden onze harten rust in God, als wij ons, vermoeid van de strijd van het leven, tot Hem keren en vrede voor onze zielen vinden. Thuis openen wij ons hart; wij zijn niet bang dat men ons daar verkeerd zal begrijpen, of een verkeerde uitleg aan onze woorden zal geven. Zo is het ook als wij met onze God zijn. Wij kunnen vrijuit met Hem spreken, en al onze geheime wensen voor Hem ontvouwen; want ‘vertrouwelijk gaat de HEERE om met wie Hem vrezen’. Daarom moeten de geheimen van hen die Hem liefhebben, voor hun Heere zijn. Ons huis is ook de plaats van ons diepste geluk. In God vinden onze harten hun hoogste blijdschap. Wij verblijden ons in Hem met een blijdschap, die elke andere vreugde overstijgt. Wij werken ook ten behoeve van ons thuis. De gedachte aan ons thuis geeft ons kracht om de dagelijkse lasten te dragen, en zij stelt ons in staat om de taak te vervullen; zo mogen wij ook zeggen, dat God ons thuis is. De liefde tot Hem geeft ons kracht. We denken aan Hem in Zijn geliefde Zoon, en één blik op het lijdende gezicht van onze Verlosser laat ons de noodzaak zien om voor Zijn taak te werken. Er zijn broeders die op dit moment nog niet zijn gered. Wij willen hen terug brengen bij het hart van onze Vader. Welzalig zijn zij die de God van Jakob tot hun toevlucht hebben!