En de Engel Gods, Die voor het heir van Israël ging, vertrok, en ging achter hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond achter hen. En zij kwam tussen het leger der Egyptenaren, en tussen het leger van Israël; en de wolk was te gelijk duisternis en verlichtte de nacht; zodat de een tot de ander niet naderde de ganse nacht. Exodus 14:19-20
Let erop dat er in de tekst staat dat de wolkkolom vertrok en achter hen ging staan. Ik vind dat prachtig, want het is een vastgestelde, blijvende zaak. De Heere had Zich wel bewogen, maar was nog niet verder getrokken. Hij zou blijven staan zolang Hij dat nodig achtte. Die heerlijke engel, bekleed met de wolken, stond met zijn getrokken zwaard achter het leger van Israël en zei tegen Farao: ‘Waag het niet verder te komen; u kunt mijn verkorenen niet aanvallen.’ Hij tilde zijn grote schild van duisternis op en hield dat omhoog voor de tirannieke koning, zodat hij niet kon toeslaan omdat hij niet kon zien. Die hele nacht stonden zijn paarden op hun bit te bijten, maar ze konden het vluchtende leger niet achtervolgen. ‘Verschrikking en vrees zal op hen vallen; door de grootheid van Uw arm zullen zij verstommen, als een steen, totdat Uw volk, HEERE! henen doorkome; totdat dit volk henen door- kome, dat Gij verworven hebt’ (Ex. 15:16). Het is heerlijk om te bedenken dat de Heere daar stond en dat de vurige vijand tot staan gebracht werd. Op die manier blijft de Heere ook staan bij een dierbaar kind van God. Voor u uit kunt u niets zien dat u blij kan maken, maar de levende God staat achter u om de tegenstander tegen te houden. Hij zal u niet begeven. Vanuit de wolkkolom zegt Hij tegen u: ‘Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over de zoon haars buiks? Ofschoon deze vergate, zo zal Ik toch u niet vergeten’ (Jes. 49:15). Hij staat daar als uw rots, standvastig als uw beschermer, Hij is uw Wachter Die niet slaapt, moedig als uw Overwinnaar.