Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam. FiL. 3:21.
Dikwijls, wanneer wij worden gekweld door pijn, en niet in staat zijn te denken of naar de kerk te gaan, gevoelen wij, dat dit inderdaad komt door “ons vernederd lichaam”; en wanneer wij door de hartstochten, die opkomen uit het vlees, in verleiding worden gebracht, geloven wij zeker niet, dat het woord “verachtelijk” een veel te sterke vertaling is. Onze lichamen vernederen ons, en dat is ongeveer het beste, dat zij voor ons doen. O, dat wij op een passende wijze nederig waren, omdat ons lichaam ons met de dieren verbindt en zelfs verenigt met het stof! Maar onze Zaligmaker, de Heere Jezus, zal in dit alles verandering brengen. Wij zullen gelijk gemaakt worden aan zijn eigen heerlijk lichaam. Dit zal gebeuren met allen, die in Jezus geloven. Door het geloof zijn hun zielen veranderd, en hun lichamen zullen zulk een vernieuwing ondergaan als passend zal zijn voor hun wedergeboren zielen. Wanneer deze grote verandering zal geschieden, kunnen wij niet zeggen; maar de gedachte daaraan moet ons de beproevingen van vandaag helpen dragen, en al de ellenden van het vlees. Binnen een korte tijd zullen wij zijn zoals Jezus nu is. Geen hoofdpijn meer, geen gezwollen ledematen meer, geen doffe ogen meer, geen bezwijkende harten meer. De oude man zal niet meer een bundeltje ziekten zijn, noch de zieke een hoopje verdriet. “Gelijkvormig aan Zijn heerlijk lichaam”. Welk een uitdrukking! Zelfs ons vlees zal rusten in de hoop op zulk een opstanding!