Gebed.
Onze Vader, Uw kinderen die U kennen, verheugen zich in Uw aanwezigheid. Wij zijn nooit gelukkiger dan wanneer wij dicht bij U zijn. Wij hebben een kleine hemel gevonden in het gebed. Het heeft onze last verlicht om U te vertellen van het gewicht. Het heeft onze wond verzacht om U te vertellen van zijn smart. Het heeft onze geest hersteld om U zijn omzwervingen te belijden. Er is voor ons geen betere plaats als de Zetel van Barmhartigheid.
Wij danken U, Heere, dat wij niet alleen voordeel hebben gevonden in het gebed, maar in de antwoorden daarop zijn wij zeer verrijkt. Gij hebt Uw verborgen schatten geopend voor de stem van het gebed. Gij hebt in onze noden voorzien zodra wij tot U riepen. Ja, wij hebben ondervonden dat het waar is: Eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen.
Wij danken U, Heere, dat U de gezegende verordening van het gebed hebt ingesteld. Wat zouden wij zonder het gebed kunnen en wij schamen ons dat wij het zo weinig gebruiken. Wij bidden dat wij mensen van gebed mogen zijn, erdoor gegrepen, opdat het ons moge opnemen en ons dragen als op zijn vleugels naar de hemel.
En nu op dit uur zult Gij de stem van onze smeekbede horen. Ten eerste vragen wij uit Uw handen, grote Vader, volledige vergeving voor al onze schulden en tekortkomingen. Wij hopen dat wij met waarheid kunnen zeggen dat wij vanuit ons hart allen vergeven die op enigerlei wijze een overtreding tegen ons hebben begaan. Wij hopen dat er in ons hart geen gedachte is van vijandschap tegen wie dan ook. Hoe wij ook zijn belasterd of onrecht is aangedaan, wij willen uit het diepste van ons hart alles vergeven en vergeten.
Wij komen tot U en bidden dat Gij, om Jezus’ wil en door de deugd van het bloed dat eenmaal voor velen vergoten is tot vergeving van zonden, ons alles volkomen kwijt gescholden wordt, ook de overtredingen uit het verleden. Maak, o God, al onze zonden ongedaan als een wolk en laat ze nooit meer gezien worden. Geef ons ook het vredeswoord van de belofte, toegepast door de Heilige Geest, opdat wij, gerechtvaardigd door het geloof, vrede mogen hebben met God door Jezus Christus, onze Heere. Laat ons vergeven zijn en het weten, en moge er in ons hart geen sluimerende twijfel blijven bestaan over onze verzoening met God, maar mogen wij door een vaste, volle zekerheid, gebaseerd op het geloof in het volbrachte werk van Christus, staan als vergeven mannen en vrouwen tegen wie de overtreding voor eeuwig nooit meer genoemd zal worden.
En dan, Heere, hebben wij nog een genade te vragen die de last van ons gebed zal zijn. Gij zijt bereid ons te helpen zo te leven als een vergeven mens behoort te leven. Wij hebben slechts een korte tijd om hier te verblijven, want ons leven is slechts een damp, die spoedig verdwijnt, maar wij zijn zeer bezorgd dat wij de tijd van ons verblijf hier te weinig in heilige vrees doorbrengen. Geef dat er genade over ons moge zijn vanaf het begin van ons christelijk leven tot aan het aardse einde ervan.
Heere, Gij weet dat er sommigen zijn die nog niet begonnen zijn om voor U te leven en het gebed wordt nu opgezonden opdat zij heden wedergeboren mogen worden. Anderen zijn al lang op Uw wegen en worden er niet moe van. Wij vragen ons soms af of Gij niet vermoeid zijt van ons, maar wij verheugen ons zeker meer dan ooit in de wegen der heiligheid. O! Dat onze wegen gericht waren om Uw inzettingen te houden zonder misstap of gebrek. Wij zouden willen dat wij volmaakt gehoorzaam waren in gedachte, en woord, en daad, geheel geheiligd. Wij zullen nooit tevreden zijn totdat wij ontwaken in de gelijkenis van Christus, de gelijkenis van de volmaaktheid zelf. O, breng ons hier toe, wij smeken het U. Moge de ervaring ons meer en meer leren hoe wij gelegenheden tot zonde kunnen vermijden. Mogen we waakzamer worden. Mogen we een grotere macht over onze eigen geest hebben. Mogen wij in staat zijn ons onder alle omstandigheden te beheersen en zo te handelen dat, als de Meester op enig moment zou komen, wij ons niet hoeven te schamen om onze verantwoording in Zijn handen te leggen.
Heere, we zijn niet wat we willen zijn. Dat is ons verdriet. O, dat Gij ons door Uw Geest zoudt helpen om op alle terreinen van het leven de leer van God, onze Heiland, in alle dingen te verheerlijken. Als zakenlieden, als werklui, als ouders, als kinderen, als dienstknechten, als meesters, wat wij ook mogen zijn, mogen wij zo zijn dat Christus met welgevallen naar ons mag kijken. Moge Zijn vreugde in ons zijn, want alleen dan kan onze vreugde volmaakt zijn.
Geliefde Heiland, wij zijn Uw discipelen en Gij leert ons hoe wij moeten leven, maar wij zijn zeer afgestompt en zeer traag, en bovendien is er zo’n vooringenomenheid in onze verdorven natuur, en er zijn zulke slechte voorbeelden in de wereld, en de invloed van het goddeloos geslacht drukt zelfs op hen die U kennen. O dierbare Heiland, wees niet ongeduldig met ons, maar onderwijs ons nog steeds aan Uw voeten, totdat wij eindelijk enkele van de verheven lessen van zelfopoffering, van zachtmoedigheid, nederigheid, vurigheid, vrijmoedigheid en liefde zullen hebben geleerd, Uw leven is het voorbeeld om het ons te leren. O Heere, wij smeken U ons te vormen naar Uw evenbeeld. Laat ons leven in U en leven als U. Laat ons staren naar Uw glorie tot wij erdoor worden omgevormd en Christus-gelijkvormig worden onder de mensenkinderen.
Heere, hoor de schuldbelijdenis van hen die achterop zijn geraakt, die Uw beeld eerder ontsieren dan vervolmaken. Hoor de gebeden van hen die zich bewust zijn van grote tekortkomingen in het verleden. Geef hun gemoedsrust door vergiffenis, maar geef hun ook gemoedssterkte om in de toekomst zulk onheil achterwege te laten. O Heere, wij zuchten en roepen meer en meer naar U. Hoe meer we van U hebben, hoe meer we naar U verlangen. Hoe meer wij aan U gelijk worden, hoe meer wij onze gebreken bespeuren en hoe meer wij hunkeren naar een hogere norm, om zelfs tot in de volmaaktheid te reiken.
Oh! Help ons. Geest van de levende God, blijf in ons arbeiden. Laat de onuitsprekelijke verzuchtingen nog steeds in onze ziel zijn, want dit zijn groeipijnen, en wij zullen groeien terwijl wij zuchten en wenen, terwijl wij belijden en treuren. Toch is dit niet zonder een gezegende hoop, omdat Hij die een goed werk in ons begonnen is, het zal volmaken in de dag van Christus.
Zegen, bidden wij U, op dit moment, de gehele Kerk van God in alle delen van de aarde. Zegen het werk en de dienst van christenen, op welke manier zij het koninkrijk van Christus ook mogen verspreiden. Bekeer de heidenen. Schenk licht aan hen die in enige vorm van dwaling verkeren. Breng de gehele Kerk terug tot de oorspronkelijke vorm van het Christendom. Maak haar eerst rein en dan zal zij verenigd worden. O, Heiland, laat Uw koninkrijk komen. O, dat Gij zoudt regeren en Uw wil mogen geschieden op aarde, zoals in de hemel.
Wij bidden U, gebruik ieder van ons zoals wij kunnen worden gebruikt. Neem ons en laat geen talent liggen te vergaan in de schatkamer, maar laat iedere munt van U worden ingezet om voor U te handelen op de gezegende markt van zielenwerving. O, geef ons succes. Vermeerder de gaven en genaden van hen die gered zijn. Bind ons in nauwere eenheid met elkander dan ooit. Laat vrede heersen. Laat heiligheid ons sieren.
Hoor ons bidden voor alle landen, en voor alle soorten mensen, van de vorst op de troon tot de boer in het huisje. Laat de zegen van de hemel neerdalen op de mensen, door Jezus Christus onze Heere.
Amen.