Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is. 1 Petrus 2:3
Er staat in onze tekst het woordje ‘indien’. Dit betekent dus dat dit voorrecht niet aan iedereen gegeven is. De mogelijkheid bestaat dat sommigen niet gesmaakt hebben dat de Heere goedertieren is. Als jij dit wel hebt ervaren, is dit een bijzondere genade. Het is daarom noodzakelijk dat je jezelf afvraagt of jij deze genade van God kent. Iedere vorm van geestelijke genade waar je over hoort, is een reden om je hart ernstig te onderzoeken. Ook onze tekst is een reden om onszelf ernstig en biddend te onderzoeken. Een heilig wantrouwen aan jezelf kan ook in jouw hart de vraag doen oprijzen: ‘Heb ik deze goedertierenheid wel geproefd?’ Toch mag je niet in deze twijfel blijven leven, want dan zou het een zondige twijfel kunnen worden. Wees niet bang om deze strijd te strijden, zelfs niet als het een wanhopige strijd is. Deze strijd is nodig om de Zaligmaker in de armen van het geloof te kunnen sluiten. Het is van levensbelang om te kunnen zeggen: ‘Ik weet Wie ik geloofd heb, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot die dag.’ Wees niet tevreden voor je een volkomen verzekering van je deel aan Christus hebt. Laat niets je voldoende zijn, voor je door het onfeilbare getuigenis van de Heilige Geest verzekerd bent van het feit dat je een kind van God bent. Laat je op dit punt niet tevreden stellen met ‘misschien’. Bouw op eeuwige waarheden, en steun erop. Werp je anker uit binnen het voorhangsel en let erop dat je ziel aan dit anker vastgehecht wordt met een kabeltouw dat niet kan breken. Ga voort door de dode ‘indiens’; blijf niet langer in de wildernis van de twijfel en vrees. Steek de Jordaan van het ongeloof over en ga het vredige Kanaän binnen. Hier zul je soms nog wel moeten strijden tegen de Kanaänieten, maar het is wel een land dat vloeit van melk en honing!