Bekeert u en gelooft het Evangelie.
De bekering die hier bevolen wordt, is een uitvloeisel van het geloof. Het wordt tegelijk met het geloof geboren; het is een tweeling en het gaat mijn verstand te boven om te zeggen wie de eerstgeborene is. Het is een groot mysterie. Geloof gaat in sommige opzichten vooraf aan bekering en bekering gaat in een ander opzicht vooraf aan geloof. Feit is dat ze samenkomen in de ziel. Welnu, een bekering die me doet wenen en me mijn vroegere leven doet verafschuwen vanwege de liefde van Christus die het de vergeving gaf – dat is ware bekering. Als ik kan zeggen: mijn zonde is weggewassen door het bloed van Jezus, en dan berouw heb omdat ik zó heb gezondigd, dat het nodig was dat Christus moest sterven – het berouw dat als met het oog van een duif ziet op Zijn bloedende wonden en gevoelt dat het hart moet bloeden omdat het Christus heeft verwond, het gebroken hart dat breekt omdat Christus ervoor aan het kruis werd genageld – dat is de bekering die ons de zaligheid brengt. De bekering die maakt dat we de zonde van het heden uit de weg gaan om de liefde van Christus, Die voor ons stierf – dat is ook zaligmakende bekering. Als ik vandaag de zonde mijd omdat ik bang ben verloren te gaan indien ik die bega – dan heb ik niet de bekering van een kind van God. Als ik de zonde echter uit de weg ga en ernaar sta een heilig leven te leiden omdat Christus mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven, en ik niet meer van mijzelf ben, maar duur gekocht – dan is dat het werk van Gods Geest.
Lezen: Hosea 14