Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Wij leven voor de Heere. Romeinen 14 vers 8
Als God het gewild had, zouden wij allemaal direct na onze bekering naar de hemel zijn gegaan. Als voorbereiding op de onsterfelijkheid was het niet absoluut noodzakelijk dat wij nog langer op aarde zouden blijven. Sommige mensen worden al snel nadat zij leerden om in Jezus te geloven, in de hemel opgenomen. Zij mogen al snel deel hebben aan de erfenis die de heiligen ontvangen. Het is waar dat onze heiligmaking een lang en onophoudelijk proces is, en wij zullen niet volmaakt zijn voor wij ons lichaam afleggen. Maar als God het gewild zou hebben, zou Hij ons direct volmaakt gemaakt kunnen hebben en ons meteen in de hemel genomen hebben. Maar waarom zijn wij hier dan nog? Zou God Zijn kinderen maar een moment langer dan het nodig is, buiten het Paradijs houden? Waarom bevindt het leger van de levende God zich nog op het slagveld, terwijl één aanval hen de overwinning zou kunnen geven? Waarom dwalen Zijn kinderen nog overal onder de menigte rond, terwijl één woord uit Zijn mond hen in de hemel zou kunnen opnemen? Het antwoord is: zij zijn hier om te leven voor de Heere, zodat anderen Zijn liefde zouden leren kennen. Wij blijven als zaaiers op de aarde, om het goede zaad te verspreiden. Wij zijn als ploegers, die het braakliggende land moeten ontginnen; wij zijn als herauten, die de zaligheid verkondigen. Wij zijn het zout van de aarde, om een zegen voor de wereld te zijn. Wij zijn hier om Christus in ons dagelijkse leven te verheerlijken. Wij zijn arbeiders van Hem en arbeiders met Hem. Laten wij er daarom op toezien dat ons leven aan dit doel beantwoordt. Laten wij ernstig, nuttig en heilig leven, om de heerlijkheid van Zijn genade te prijzen. Ondertussen is het wel ons verlangen om bij Hem te zijn, en wij zingen elke dag:
Mijn hart is met Hem op Zijn troon,
terwijl ik dag en nacht,
de blijde roepstem van Gods Zoon:
‘Sta op en kom!’ verwacht.