Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Huilt, gij dennen, omdat de cederen gevallen zijn. Zacharia 11:2
Wanneer er in het bos een gekraak van een vallende eik wordt gehoord, is dit een teken, dat de houthakker dichtbij is. En iedere boom mag wel beven, of niet misschien morgen de scherpe bijl hem treffen zal. Alle mensen zijn gemerkt voor de bijl. En de val van een van ons moet ons eraan herinneren, dat het aangewezen uur snel nadert. Het maakt niet uit of we nu een grote ceder of een nederige den zijn, sterven zullen we. Ik hoop niet, dat als wij niet veel van de dood horen, wij er verhard tegen worden. Laten we niet worden als de vogels die in de toren hun nest bouwen terwijl de klok luidt, en rustig slapen terwijl het geluid van de doodsklok door de lucht galmt. Laten wij de dood beschouwen als de meest belangrijkste gebeurtenis, en laten we zijn nadering met ernst verwachten. Wij horen niet te spotten, terwijl ons eeuwig lot aan een zijden draad hangt. Het zwaard is al uit de schede, laat ons niet treuzelen; het is gepolijst en gescherpt; laten we er niet mee spelen. Hij die zich niet voorbereidt op de dood, is erger dan een dwaas, hij is krankzinnig. Wanneer Gods stem door de bomen van het bos wordt gehoord, laat de vijgeboom, de olm en de ceder die stem dan ook horen. Wees voorbereid, dienstknecht van Christus, want uw Meester zal plotseling komen, als de goddeloze wereld Hem op het minst verwacht. Let op, dat u trouw bent in Zijn werk, want uw graf zal snel worden gedolven. Weest voorbereid, ouders! Voedt uw kinderen op in de vreze des Heeren, want zij zullen spoedig wezen worden. Wees voorbereid, zakenman, let er op dat uw zaken eerlijk zijn, en dat u God dient met uw hele hart, want de dagen van uw aardse arbeid zullen snel ten einde zijn. U zult geroepen worden om rekenschap te geven van hetgeen u in het lichaam gedaan hebt, hetzij goed, hetzij kwaad. Laten wij ons allemaal voorbereiden voor de rechterstoel van de grote Koning, met een zorg, die beloond zal worden met deze genaderijke goedkeuring: “wel, gij goede en getrouwe dienstknecht.”