Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil, en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten. 2 Samuël 23:5
Dit is niet zozeer één belofte, het is een samenvatting van meerdere beloftes, een doos met parels. Het verbond is de ark die alle dingen bevat. Dit zijn de laatste woorden van David, maar zij mogen vandaag van ons zijn. Er klinkt een zucht: de dingen gaan niet zoals ik zou wensen. Er zijn beproevingen, zorgen en zonden. Deze maken het hoofdkussen hard. Maar hier komt de troost: ‘Hij heeft mij een eeuwig verbond gesteld‘. Jehova heeft Zichzelf aan mij verbonden en het verdrag is met het bloed van Jezus verzegeld. Ik ben aan mijn God gebonden en mijn God is gebonden aan mij. Dit brengt zekerheid met zich mee, omdat dit verbond eeuwig, nauwkeurig en zeker opgesteld is. Er valt niets te vrezen in de verloop van de tijd, we hoeven ook niet bang te zijn dat er iets vergeten is of dat er dingen onzeker zijn. Het verbond is een rotsvast fundament om in leven en sterven op te bouwen. David voelt voldoening: hij verlangt niet meer naar redding of blijdschap. Hij is verlost en hij is verheugd. Het verbond is alles wat een mens kan verlangen. O mijn ziel, wend u vandaag nog tot uw Heere Jezus, Die de grote HEERE heeft gegeven om een verbond voor het volk te zijn. Neem Hem aan zodat Hij geheel en al de uwe zal zijn.