Mozes voorspraak
Toen berouwde het den HEERE over het kwaad hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen. Exodus 32:14 Ik veronderstel dat ik niet hoef te zeggen dat dit vers op menselijke wijze ...
Lees verderToen berouwde het den HEERE over het kwaad hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen. Exodus 32:14 Ik veronderstel dat ik niet hoef te zeggen dat dit vers op menselijke wijze ...
Lees verderNeemt het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord. Efeze 6:17 Een christen behoort een strijder te zijn. De goede strijder van Jezus Christus moet niet verwachten dat hij het gemakkelijk zal ...
Lees verderEn Filippus liep toe en hoorde hem (de kamerling) de profeet Jesaja lezen en hij zei: ‘Verstaat gij ook hetgeen gij leest?’ En hij zei:‘ Hoe zou ik toch kunnen, zo mij ...
Lees verderGij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven; opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des ...
Lees verderZie God is geweldig, nochtans versmaadt Hij niet: geweldig is Hij in kracht en wijsheid (of: in grootmoedigheid) Job 36:5 Wij kunnen ons er niet over verwonderen, dat Job, in de uiterste ...
Lees verderDe verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn. Hebreeën 12:27 Het is een veelgehoorde misvatting dat de aarde stilstaat en dat ze ...
Lees verderMaak Uw weldadigheden wonderbaar. Psalm 17:7 Vrij vertaald uit de King James: "Toon Uw wonderbare goedertierenheid.” Het volk van God wist waar troost en steun te vinden was in tijden van moeite. Ze ...
Lees verderWat reist gij veel uit, veranderende uw weg? Jeremia 2:36 Gods oude volk was sterk geneigd Hem te vergeten, en de valse góden van de omringende heidenvolken te aanbidden. Andere volken waren trouw ...
Lees verderEn van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andréas, met Jakobus en Johannes. En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden ...
Lees verder7 Ik zeide wel in mijn voorspoed: Ik zal niet wankelen in eeuwigheid. 8 Want, HEERE! Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt. 9 ...
Lees verder© Het Spurgeon Archief | Anno Domini 2024