Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden. Mattheüs 5:7
Het is niet rechtvaardig dat iemand die niet wil vergeven, vergeven zal worden, net zo min als iemand die de armen niet wil helpen, in zijn eigen behoeften zal worden voorzien. Daarom zal God ons met onze eigen maat meten. Als je een harde meester of een harde schuldeiser bent, dan zal de Heere je op dezelfde manier behandelen. ‘Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen. En de barmhartigheid triomfeert over het oordeel.’ (Jacobus 2:13). Laten we deze dag proberen te vergeven en te vergeten. Laten we vasthouden aan de twee gedachten – dragen en verdragen. Laten we vriendelijk, mild en zachtmoedig zijn. Laten we geen hard oordeel vellen over het gedrag van de ander of het voordeel naar onszelf toetrekken, geen dwaze ruzies beginnen en niet moeilijk doen om de ander te plezieren. Natuurlijk willen we gezegend worden, en we willen ook barmhartigheid ontvangen. Maar laten we dan zelf ook barmhartig zijn om deze barmhartigheid te verkrijgen. Vervul de voorwaarde waardoor je die genade zult verkrijgen. Is het geen aangename plicht om goedhartig te zijn? Is dat niet veel aangenamer dan boos en onvriendelijk zijn? Er is dus een zegen verbonden aan deze zaak! Het verkrijgen van genade is een rijke beloning. Niets anders dan soevereine genade kan zo’n belofte geven. Als we barmhartig zijn voor onze medemens, vergeeft de HEERE ons ook ‘onze schulden’.