Maar Ik zal u kastijden met mate. Jeremia 30:11
Als je niet gekastijd wordt, is dat een slecht teken. Het zou bewijzen dat de Heere heeft gezegd: ‘Hij is overgegeven aan de afgoden, laat hem alleen.’ God geve, dat zoiets je nooit hoeft te overkomen! Voortdurende voorspoed is iets om bang voor te zijn. Allen die God liefheeft, wijst Hij terecht en kastijdt Hij. Als Hij je veracht, laat Hij toe dat je vetgemest wordt zonder angst, als een stier voor de slacht. Onze hemelse Vader gebruikt de roede voor Zijn kinderen in liefde. Maar let erop, dat de kastijding ‘met mate’ is: Hij geeft je liefde zonder maat, maar kastijding ‘met mate’. Geen enkele Israëliet kon onder de oude wet meer dan ‘veertig slagen min een’ ontvangen. Dat verzekerde van zorgvuldige telling en beperkt lijden. Zo is het met elke aangevochtene die hoort bij het gezin van het geloof: elke slag wordt geteld. Het is de maat van wijsheid, de maat van medelijden, de maat van liefde waarmee je kastijding gemeten wordt. Je mag nooit tegen zulke goddelijke maatstaven in opstand komen. Heere, als U erbij staat om de bittere druppels in mijn beker te tellen, dan zal ik die beker met vreugde uit Uw hand nemen en volgens Uw aanwijzingen drinken en zeggen: ‘Uw wil geschiede’.