Jezus antwoordde en zeide tot hem: Eer u Filippus riep,
daar gij onder de vijgenboom waart, zag Ik u.
De Heere wist, voordat Natanaël echt in Jezus geloofde, wat hij had gedaan. Er is geen oprecht hart dat Christus zoekt zonder dat Christus daar heel goed van op de hoogte is. Hij weet er zeker van, want elke beweging van een bevend hart in Zijn richting wordt door Zijn eigen liefde tot stand gebracht. Hij trekt je zelfs als je Zijn handen die zich om je heen slaan niet opmerkt. Hij is de verborgen magneet die je hart beweegt. Ik weet dat het voor jou nacht is en dat je als een blinde naar de muur tast. Maar wanneer je hart zegt: ‘Oh, kon ik Hem maar omhelzen! Oh, was Hij maar van mij! Kon ik maar rust vinden in Hem – ik zou er alles voor geven!’ Wees er dan van verzekerd dat Jezus dicht bij je is:; je gebeden klinken in Zijn oor, je tranen vallen op Zijn hart. Hij weet van al je moeilijkheden, al je twijfels en angsten; Hij leeft in alles mee. En als de tijd komt, zal Hij je strikken verbreken en zul je vol vreugde water putten uit de fonteinen van verlossing. Deze waarheid is vol troost voor een ieder die oprecht zoekt, ook al verkeert hij nu in duisternis. Voordat de stem van de prediker tot je sprak, toen je onder de vijgenboom zat, toen je op de rand van je bed zat, toen je in de binnenkamer was, toen je op de hooizolder was, toen je achter de heg in het veld liep, zag Jezus je. Hij kende je verlangens, Hij las je wensen, Hij keek dwars door je heen. Ja, van eeuwigheid af heeft Hij je gekend.
Lezen: Hooglied 1