Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Gij dient den Heere Christus. Kolossenzen 3:24
Tot welke uitverkoren orde van bevoorrechte ambtenaren werd dit woord gesproken? Tot koningen, die zich hovaardig verheffen op hun goddelijk recht? O nee, te vaak dienen zij zichzelf of satan, en vergeten die God, Wiens lankmoedigheid hen vergunt gedurende hun korte levens hun kroon van klatergoud te dragen. Spreekt dan de apostel tot de zogenaamde “hoogeerwaardige vaders in God”, de bisschoppen, of tot de “eerwaardige aartsdiakenen?” Nee, want van deze menselijke uitvindingen wist Paulus niets; ook niet tot de herders en leraars, of tot de rijken en aanzienlijken onder de gelovigen werd dat woord gesproken, maar tot dienstknechten, ja tot slaven. Onder de handarbeiders, de dagloners, de dienstboden, de keukenslaven vond de apostel, zoals wij ze nog steeds vinden, enkele van ‘s Heeren uitverkorenen, en tot hen zegt hij: “En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den Naam van den Heere Jezus, dankende God en den Vader door Hem.” Dit gezegde adelt het dagelijkse sleurwerk van de aardse bezigheden, en spreidt een hemelglans over de eenvoudigste plichten. Voeten wassen is slavenwerk, maar om Zijn voeten te wassen is koningswerk. De schoenriem te ontbinden is een armzalig werk, maar ‘s Meesters schoen te ontbinden is een vorstelijk voorrecht. De winkel, de schuur, de keuken en de werkplaats worden tempels, waar mannen en vrouwen alles doen kunnen tot verheerlijking van God! Dan is de godsdienst niet een zaak van een paar uurtjes en op enkele plaatsen, maar heel je leven wordt wordt dan geheiligd voor de Heere, dan is iedere plaats en ieder werk voor Hem net zo heilig, als de tabernakel en zijn gouden kandelaar.
Geef Heere, dat, wat ik immer doe, Uw eer mijn doelwit zij; Niets, hoe veracht en nietig ‘t schijnt, Of ‘t krijgt hierdoor waardij. Het slavenwerk, voor U verricht, Wordt een gewijde zaak. Die in Uw dienst een kamer veegt, Vervult een schone taak.
Amen!