Filippus vond Nathanaël
Nathanaël was een oprechte zoeker. Filippus koos hem uit omdat hij wist dat het goede nieuws hem zou interesseren. ‘We hebben de Messias gevonden’ zou geen goed nieuws zijn geweest voor iemand die de Messias niet verwachtte. Natanaël verwachtte de Messias echter wel. Misschien had hij Mozes en de profeten zo goed begrepen dat hij uitkeek naar Zijn spoedige komst. De tijd dat de Messias ‘haastig naar Zijn tempel zou komen’ was met zekerheid gekomen. Dag en nacht was hij in gebed, net als alle gelovigen van de tien stammen, wakend en wachtend tot hun verlossing zou aanbreken. Hij had tot dan toe niet gehoord dat de heerlijkheid van Israël werkelijk was gekomen, maar in zijn verwachting was hij tot het uiterste gespannen. Wat een hoopvolle toestand van je hart als je nu oprecht verlangt om de waarheid te kennen en er intens naar verlangt om erdoor gered te worden! Het is echt goed voor je als je ziel voorbereid is, zoals de gevoelige plaat van de fotograaf, om de afdruk van het Goddelijke licht te ontvangen; als je verlangend uitziet dat je verteld wordt dat er een Verlosser, een Evangelie is en hoop voor je is. Dat er zoiets bestaat als reinheid en een weg om daar te komen. Het is goed als je er met bekommernis en ernst verlangt om te weten ‘hoe’ ‘wanneer’ en ‘waar’, en door Gods genade vastbesloten bent om van jouw kant geen moeite te sparen om de weg te gaan die is uitgestippeld, en je te onderwerpen aan Gods wil. Dat was de situatie van Nathanaël, iemand die met een oprecht hart de eenvoudige waarheid liefhad en Christus wilde vinden.
Lezen: Psalm 119:1-8