Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Want U, HEERE, bent mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. Psalm 91 vers 9
In de woestijn veranderden de omstandigheden van de Israëlieten voortdurend. Als de wolkkolom stilhield, werden de tenten opgeslagen; maar de volgende dag, al voor de zon was opgegaan, werd op de trompet geblazen, werd de ark in beweging gezet, en leidde de lichtende en beschermende wolk het volk door nauwe bergengten omhoog, een berg op, of verder over de vlakte van de woestijn. Ze hadden maar nauwelijks even de tijd om uit te rusten, of zij hoorden het geroep alweer: ‘Voorwaarts! We zijn nog niet op de plek waar we uit kunnen rusten, maak je klaar om naar het land Kanaän te reizen!’ Ze bleven nooit lang op één plaats. Zelfs fonteinen en palmbomen konden hen niet overhalen te blijven. Maar hun woning was in hun God, Zijn wolkkolom was hun dak en ’s nachts was Zijn vuurkolom hun verwarming. Zij gingen van de ene plaats naar de andere, wisselden steeds van woonplaats, en hadden geen tijd om zich ergens te vestigen en te zeggen: ‘Nu zijn wij veilig; hier zullen we een huis voor ons bouwen.’ Toch zegt Mozes: ‘Hoewel wij steeds veranderen, bent U, HEERE, voor ons een toevlucht geweest, van geslacht tot geslacht.’ Onze verhouding met God kent geen verandering. Een christen kan vandaag rijk zijn, en morgen arm, hij kan vandaag ziek zijn en morgen gezond, vandaag gelukkig en morgen in verdriet gehuld, maar er verandert niets in zijn verhouding tot God. Als Hij mij gisteren liefhad, dan heeft Hij mij vandaag ook lief. Mijn onbeweeglijk huis, waar ik kan rusten, is mijn gezegende HEERE. Ook al worden mijn vooruitzichten verduisterd, vervliegt mijn hoop en vergaat mijn vreugde, toch verlies ik niets van wat ik in God bezit. Hij is mijn schuilplaats, waarheen ik steeds de toevlucht kan nemen. Ik ben een pelgrim in de wereld, maar mijn thuis is in mijn God. Ik dwaal op de aarde rond, maar in God heb ik een veilige schuilplaats.