Het was heel belangrijk dat voordat Christus de grote schare te eten gaf Hij de discipelen al het aanwezige voedsel liet tellen. Het was goed om hen te laten zien hoe klein de voorraad was geworden, want toen de menigte werd gevoed, konden ze niet zeggen dat de mand hen voedde, noch dat de jongen het had gedaan. God zal ons laten voelen hoe weinig onze gerstebroden zijn en hoe klein onze vissen zijn, Hij dwingt ons om onze tekorten te onderzoeken zodat we zullen zeggen: “maar wat zijn deze onder zovelen? (Zie Johannes 6:9)” Toen de Heiland Zijn discipelen vroeg het net aan de rechterkant van het schip te werpen en ze een machtige school vissen vingen, deed Hij het wonder niet voordat ze de hele nacht hadden gezwoegd en niets hadden gevangen. Ze leerden zo dat het succes van hun visserij afhankelijk was van de Heere en dat het niet hun net was, noch hun manier om het net te slepen, noch hun vaardigheden en kunst in het hanteren van hun schepen, maar dat hun succes volledig afhankelijk was van hun Heere.