Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Al de beken gaan in de zee; nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats waar de beken heengaan, derwaarts gaande, keren zij weder. Prediker 1:7
Alles onder de maan is beweeglijk, de tijd weet van geen rusten. De vaste aarde is een wentelende bol, en de grote zon zelf een ster, die gehoorzaam haar loop om een groter licht volbrengt. De zee wordt door getijden bewogen, winden beroeren de Oceaan, aardverschuivingen doen een rots afbrokkelen, verandering en dood heersen overal. De zee is niet als een voorraadschuur van de vrek wegens de overvloed van water. Want zoals het water door een bepaalde kracht daarin vloeit, zo wordt het door een andere kracht daar weer uitgedreven. De mens wordt geboren om te sterven; alles spreekt van haast, afmatting en kwelling van de geest. Vriend van de onveranderlijke Jezus, hoe heerlijk is het, om over uw onveranderlijke erfenis na te denken; uw zee van zegeningen, die voor eeuwig vol zal zijn, omdat God zelf er eeuwige vreugdestromen in zal storten. Wij zoeken een blijvende stad in de hemel, en wij zullen niet teleurgesteld worden. De woorden die voor ons staan, mogen ons wel dankbaar maken. Vader Oceaan is een grote ontvanger, maar hij is ook een edelmoedige gever. Wat de rivieren hem brengen, geeft hij aan de aarde terug, in de vorm van wolken en regen. Wie alles neemt, maar niets teruggeeft, is in strijd met de wetten van de natuur. Als wij aan anderen geven, is dat slechts zaaizaad voor onszelf. Hij, die een goede rentmeester is, omdat hij vrijwillig zijn bezittingen aan de Heere geeft, zal meer gegeven worden. Vriend van Jezus, geeft u Hem terug, overeenkomstig de zegeningen die Hij u heeft geschonken? Veel is u gegeven, wat is uw vrucht? Hebt u alles gedaan? Kunt u niets meer doen? Zelfzuchtig zijn is goddeloos zijn. Stel je eens voor dat de Oceaan zijn schatten van water niet gaf, dan zou ons geslacht vernietigd worden. God verhoede, dat een van ons deze onedelmoedige en verderfelijke neiging zou volgen, om voor zichzelf te leven. Jezus behaagt zichzelf niet. Alle volheid woont in Hem, maar wij hebben allen uit Zijn volheid ontvangen. O! dat wij in de geest van Jezus, niet meer voor onszelf zouden leven.