Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Josafat had Tarsis-schepen gebouwd om naar Ofir te gaan om goud. De reis ging echter niet door, want de schepen leden al in Ezeon-Geber schipbreuk. 1 Koningen 22 vers 49
De schepen van Salomo keerden behouden terug, maar die van Josafat bereikten het goudland nooit. De Voorzienigheid maakt de weg van de één voorspoedig en verhindert de wensen van de ander, terwijl zij misschien hetzelfde werk doen en op dezelfde plaats wonen. Toch is onze grote Bestuurder altijd even goed en wijs. Mogen wij vandaag genade ontvangen om de Heere te loven, zowel voor de gebroken schepen als voor de met zegeningen beladen schepen. Laten we niet jaloers zijn op hen die een makkelijkere levensweg te gaan hebben. Laten wij ook niet klagen als wij verliezen lijden, alsof wij oneerlijk en bijzonder zwaar beproefd worden. Wij kunnen, net zoals Josafat, kostbaar zijn in de ogen van de Heere, hoewel onze plannen toch in duigen vallen. Het is wel belangrijk dat we letten op de verborgen oorzaak van het verlies van Josafat. Het is de oorzaak van veel lijden van Gods volk. Het was de verbintenis van Josafat met een zondige familie. In 2 Kronieken 20 vers 37 wordt ons gezegd, dat de Heere een profeet stuurde om dit aan te kondigen. ‘Omdat u een verbintenis aangegaan bent met Ahazia, heeft de HEERE uw werken afgebroken.’ Dit was voor Josafat een Vaderlijke kastijding, die niet zonder zegen gebleven is. Want in het volgende vers lezen wij dat Josafat niet instemt met het voorstel van Ahazia om zijn knechten mee te laten varen op de schepen. Laat deze ervaring van Josafat voor ons allemaal een waarschuwing zijn om geen juk aan te gaan met de ongelovigen. Een leven van ellende en verdriet is meestal het deel van hen die zich, door het huwelijk of op een andere manier, door hun eigen keuze, verbonden hebben aan de kinderen van de wereld. O, hadden wij Jezus maar zo lief, dat wij waren zoals Hij: heilig, onschuldig, onbesmet en afgezonderd van de zondaren. Want als dit met ons niet het geval is, kunnen we verwachten nog vaak te moeten horen: ‘De Heere heeft uw werken afgebroken.’