Jezus zeide tot hem: ”Sta op, neem uw beddeken op en wandel”. Johannes 5:8
Sommigen wachten op een geschiktere tijd. Ze denken dat de tijd van het ziek- of sterfbed meer geschikt zal zijn. Dat is een grote vergissing. Ze hebben het Evangelie gehoord en geloven dat het waar is, maar laten het verder voor wat het is. Ze gaan naar een plaats waar God geëerd wordt en zeggen bij zichzelf: ’’Hopelijk kunnen we ook nog eens de handen op Christus leggen en van de ziekte van de zonde genezen, maar nu niet”. Hoeveel jaren wacht u al op die goede tijd? Vijf, zes, acht, tien, twintig jaar? Ik ken mensen, die twintig en zelfs meer dan twintig jaren hebben gewacht. Ik sprak dikwijls met hen over hun ziel en altijd verzekerden ze mij ervan dat ze hun zaligheid zeer belangrijk vonden. Ze wachtten alleen nog, omdat het ogenblik nog niet aangebroken was. Ze maakten niet duidelijk wat er nu eigenlijk in de weg stond, maar het leek iets te zijn dat binnen enkele maanden, misschien zelfs weken of dagen, verdwenen zou zijn. Maar ‘het’ is er nog steeds en ze wachten nog altijd. Ik ben bang dat ze zullen wachten tot aan de oordeelsdag om dan te zien dat ze niet behouden zullen zijn. Ze rekenen voortdurend op een weldaad die morgen zal plaatsvinden, maar morgen is een dag die niet op de kalender te vinden is, de kalender van dwaze mensen niet meegerekend. Wijze mensen leven in het heden; ze zetten heel hun vermogen in om te doen wat hun hand vindt. Nu is het Gods tijd en als wij gered willen worden moet dit ook onze tijd zijn. Helaas wachten veel mensen totdat hun ogen slechtziend, hun oren slechthorend en hun harten ongevoelig geworden zijn. Onnozele mensen, laat u het zo? Zult u wachten totdat u in de hel geworpen wordt?