Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. Jes. 43:2
Een brug is er niet: wij moeten dóór de wateren gaan, en de sterke stroom van de rivieren voelen. De aanwezigheid van God in de vloed is meer waard dan een veerboot. Wij moeten worden beproefd, maar wij zullen triomferen; want de HEERE zelf, die machtiger is dan vele wateren, zal bij ons zijn. Op welk een andere tijd Hij ook ver van zijn volk mag zijn, de HEERE zal zeker bij hen zijn in moeiten en gevaren. De smarten van het leven kunnen tot een buitengewone hoogte opklimmen, maar de HEERE is tegen elke gelegenheid opgewassen. De vijanden van God kunnen gevaren van hun eigen maaksel op onze weg plaatsen, namelijk vervolgingen en wrede bespottingen, die als een brandende, vurige oven zijn. Wat dan nog? Wij zullen door het vuur wandelen. Daar God bij ons is, zullen wij niet verbranden; ja, zelfs de reuk van het vuur zal niet op ons achterblijven. O, die wonderlijke veiligheid van de in de hemel geboren en voor de hemel bestemde pelgrim! De watervloeden kunnen hem niet verdrinken, noch het vuur hem verbranden. Uw aanwezigheid, o HEERE, is de bescherming van uw heiligen voor de verschillende gevaren op de weg. Zie, in het geloof vertrouw ik mijzelf aan U toe, en mijn ziel vindt rust.