Ik heb mensen gekend, die met alle macht het pad van de godsdienst bewandelden en toch verdwaalden, omdat zij niet goed begonnen waren. „Hoe is dat mogelijk?” zegt u. Wel, er zijn sommigen, die de godsdienst eensklaps aangrijpen, een tijdlang vasthouden en dan weer verliezen, omdat zij hem niet op de juiste manier hebben verkregen. Zij hebben gehoord, dat het noodzakelijk is, dat de mens, alvorens behouden te worden, door de werking van de Heilige Geest de zwaarte van de zonde moet voelen, dat hij haar belijden moet, alle hoop op zijn eigen werk moet laten varen en alleen op Jezus moet zien. Al deze dingen beschouwen zij als onaangename voorbereidingen en daarom doen zij belijdenis, voordat de Heilige Geest enig goed werk in hen heeft gedaan, voordat zij geleerd hebben alles aan Christus over te geven. Dit staat gelijk aan een winkel beginnen zonder voorraad te hebben en kan niet anders dan verkeerd aflopen. Wanneer iemand geen kapitaal heeft om te beginnen, zal hij voor een korte tijd veel ophef maken; doch het zal zijn als het kraken van doornen onder een pot, het zal veel lawaai maken en licht geven voor een tijd, maar in donkerheid uitsterven. Hoevelen zijn er, die het niet noodzakelijk vinden, dat er strijd is in hun hart. Wij moeten echter bedenken, dat nooit iemand een veranderd hart heeft gehad, zonder vooraf een ellendig hart te hebben gehad. Wij moeten door een donkere poort van overtuiging heen, om te komen tot de hoogte van de heilige blijdschap.