“HIJ DIE NIET BEREID IS OM TE LEREN IS NIET GESCHIKT OM TE ONDERWIJZEN. HIJ DIE NIET ZAAIT IN HET STUDEREN ZAL OP DE PREEKSTOEL NIET TOT RIJPHEID KOMEN.”
Het is het begin van een nieuw academisch jaar op het Midwestern Baptist Theological Seminary en het Spurgeon College. Het is de grootste opkomst ooit en een opwindende tijd voor de studenten.
Dergelijke opwinding lijkt ook het geval te zijn geweest bij het Pastors College, het opleidingscentrum van Spurgeon, dat gedurende zijn hele Londense bediening groeide. In zijn toespraak van het jaarverslag voor het Pastors College, bekende Spurgeon dat hij door de explosieve groei van het College “beefde onder de verantwoordelijkheid” van zijn presidentiële taken.
Sinds de oprichting van het Pastors College was het niet alleen het doel om studenten op te leiden, maar het was ook het doel om kerken te stichten. De eerste kerk die werd opgericht was East Hill, Wandsworth, in 1859, maar in 1877 waren er in Londen wel drieenvijftig nieuwe baptistenkerken bijgekomen. Terwijl Spurgeon de ongelooflijke groei in zijn toespraak vierde, zei hij: “ik heb een toenemende honger om onze grote stad geheel te overtuigen van het Evangelie.”
Echter, om dit werk te doen moesten er studenten opgewekt, gescherpt en opgeleid worden voor de vooruitgang van het Evangelie. Dit was toen zo, maar dat is nu nog steeds waar. Omdat het nieuwe academische schooljaar aanbreekt zijn hier tien citaten uit de lezing van Spurgeon “Het is noodzakelijk om studenten aan te moedigen in hun academische voorbereiding op de bediening.
“Het zal ons nooit goed doen om ons als student in luiheid aan God voor te stellen. We zijn het niet de moeite waard om op ons best te zijn; maar laat in ieder geval het offer niet verminkt en bezoedeld worden door onze ledigheid.”
Allereerst, geliefde broeders, vind ik het nodig om tegen mijzelf en tegen u te zeggen dat we door moeten gaan met onze mentale vaardigheden. Het zal ons nooit goed om ons als student in luiheid aan God voor te stellen. We zijn het niet de moeite waard om op ons best te zijn; maar laat in ieder geval het offer niet verminkt en bezoedeld worden door onze ledigheid.”
“Onze bediening eist verstand. ”
Gij zult de Heere, uw God, liefhebben met geheel uw hart” is misschien gemakkelijker om te doen, dan Hem lief te hebben met heel ons verstand; toch moeten we Hem zowel onze geest als onze gevoelens geven, en die geest moet goed zijn ingericht, we mogen Hem geen lege kist aanbieden. Onze bediening vereist verstand.
” God heeft de wereld gemaakt voor de mens, en Hij heeft de mens gemaakt met een geest die de hele wereld hoort te bezetten en te gebruiken.”
We moeten grote inspanningen leveren om informatie te verkrijgen, vooral die van de Bijbel. We moeten onszelf niet beperken tot één onderwerp van studie, anders zullen we onze bediening niet kunnen uitoefenen. God heeft de wereld gemaakt voor de mens, en Hij heeft de mens gemaakt met een geest die de hele wereld hoort te bezetten en te gebruiken; hij is de huurder, en de natuur is voor een tijdje zijn huis; waarom zou hij zichzelf opsluiten in een van zijn kamers?
“Bestudeer de Bijbel, geliefde broeders, door en door, met alle hulp die u maar kunt krijgen.”
Het is in vergelijking een makkelijke zaak om de meest briljante poëzie te moeten schrijven, als dat u een goede en sprekende preek predikt, die de gelovige zal troosten en zondaars zal overtuigen. Bestudeer de Bijbel, geliefde broeders, door en door, met alle hulp die je maar kunt krijgen: bedenk dat de media die nu binnen het bereik van christenen is, veel uitgebreider is dan in de tijd van onze vaderen, wees daarom een groot bijbelgeleerde voor uw toehoorders.
“Wees goed geoefend in de theologie, en let niet op het commentaar van hen die het horen maar het niet kennen.”
Wees goed geoefend in de theologie, en sla geen acht op de scheldwoorden van degenen die het bekritiseren omdat ze het niet kennen. Veel predikers zijn geen theologen, vandaar ook de fouten die ze maken. Het kan de meest levendige evangelist geen kwaad doen om ook een gezond theoloog te zijn, het kan vaak een manier zijn om hem te redden van grove blunders. Tegenwoordig horen we mensen een enkele zin van de Schrift uit haar verband scheuren, en zij roepen Eureka! Eureka! alsof ze een nieuwe waarheid hebben gevonden; en toch hebben ze geen diamant ontdekt, maar slechts een stuk gebroken glas.
” Wees de baas over uw Bijbel. ”
Wees de baas over uw Bijbels, broeders: wat voor werk u verricht, wees thuis in de geschriften van de profeten en de apostelen. Laat het Woord van God rijkelijk in u wonen.
“Als er genade in u aanwezig is, leert het u niet om u op te blazen of om uw eenvoud in het evangelie te schaden.”
“Dien God met zoveel kennis als u hebt … als er een mogelijkheid is, verkies dan liever dat je een zilveren trompet tot Zijn eer mag worden.”
Volg de sporen van kennis, naargelang je de tijd, de gelegenheid en het bijzondere vermogen hebt; en aarzel niet om dit te doen vanwege enige vrees dat je tot een te hoog punt in de kennis zal komen. Wanneer genade overvloedig aanwezig is, leert het je niet om je op te blazen of je eenvoud in het Evangelie te schaden. Dien God met zoveel kennis als je hebt, en dank Hem dat Hij door je heen blaast als je een ramshoorn bent, maar als er een mogelijkheid is verkies dan liever dat je een zilveren trompet tot Zijn eer mag zijn.”
“Onderzoek en verklaar alle dingen, en houdt vast aan dat wat goed is. ”
Velen lopen achter nieuwigheden aan, ze zijn gecharmeerd van elke nieuwe uitvinding: leer te oordelen tussen waarheid en vervalsing, en u zult niet op een dwaalspoor raken. Weer anderen houden zich aan de grenzen van oude leringen, en toch kunnen dit slechts oude fouten zijn: u moet alle dingen kunnen verklaren en vasthouden aan dat wat goed is. Het gebruik van de zeef en een blazende ventilator is zeer te prijzen.
“Zorg dat u de waarheid hebt en wees er dan zeker van dat u het vasthoudt.”
Zorg dat je de waarheid hebt en wees er zeker van dat u het vasthoudt. Wees bereid voor een nieuwe waarheid, als het waar is, maar wees zeer [op uw hoede] hoe u zich aansluit bij de overtuiging dat er een beter licht is gevonden dan dat van de zon. Want degenen die een nieuwe waarheid over straat verspreiden, hebben meestal net zoveel kennis als de jongens die de avondkrant lopen.