De schilder zou nooit een hoogtepunt bereiken als hij naar een tentoonstelling zou gaan en zich zou toeleggen op het bestuderen van een werk van matige waarde en zei: “Ik zal proberen dit te bereiken en dan zal ik stoppen en tevreden zijn”. Nee, hij gaat naar de tentoonstelling van de grote meesters en hoewel zijn schuchtere potlood misschien niet durft te hopen dat hij zo helder zijn gedachten zal uitstoten en het leven op het doek zal laten vallen zoals de grootmeesters gedaan hebben, toch probeert hij te drinken uit hun inspiratie, in de hoop dat hij zich in de kunst kan opwerken tot een trotse vooraanstaande schilder door hen na te bootsen. Laat de christen dan streven om als zijn Heere te zijn, die de auteur en de volmaker van zijn geloof is. En laat hem, tijdens de hemelse wedstrijd, naar Jezus kijken en van “den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis” (Hebreeën 3:1) zijn voortdurende studie maken en ernaar streven om in Zijn beeld te worden veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid.