4 Juicht den HEERE, gij ganse aarde! roept uit van vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt. 5 Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs, 6 Met trompetten en bazuinengeklank; juicht voor het aangezicht des Konings, des HEEREN. 7 De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen. 8 Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven, 9 Voor het aangezicht des HEEREN, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid.
Zoals mensen juichen wanneer zij een koning verwelkomen, zo moeten wij dat ook doen. Een luid hosanna, vol gelukzaligheid, moet opklinken. Als mensen ooit juichen van vreugde, dan moet het gebeuren wanneer de Heere onder hen verschijnt om Zijn evangelieheerschappij te proclameren. John Wesley zei tegen zijn mensen: ‘Zing krachtig, en met goede moed. Pas op dat je niet zingt alsof je halfdood bent of half in slaap; verhef je stem met kracht. Wees nu niet banger voor je stem, schaam je er niet méér voor dat hij gehoord wordt, dan toen je de liederen van satan zong’.
Gods eredienst moet zich met hartelijke luidheid voltrekken. De ver weerklinkende trompet en bazuin symboliseren goed de macht die in de lofprijzing moet worden verhoogd. Bij kroningsplechtigheden en wanneer geliefde vorsten rondrijden, juichen de mensen en schallen de trompetten dat de muren weerklinken. Zouden mensen enthousiaster zijn voor hun aardse vorsten dan voor de goddelijke Koning? Is er geen trouw meer onder de onderdanen van de heilige en enige Gebieder? Koning Jehova is Zijn naam; geen naam is aan de Zijne gelijk. Hebben wij geen vreugdevol geluid voor Hem? Laat slechts de gebiedende macht van Jezus in de ziel gevoeld worden en wij rekenen af met dat kille gemompel, overspoeld door het weergalmende orgel, dat nu zo vaak de plaats inneemt van plechtige gemeentezang.
De zee is van Hem, laat zij haar Maker prijzen. Zelfs haar gebulder zal niet te geducht zijn voor zo’n thema. In en op haar water draagt ze een rijkdom van voortreffelijkheid. Waarom zou ze haar plaats niet mogen innemen in het orkest der natuur? Haar diepe bas zal uitstekend passen bij het mysterie van de goddelijke glorie. Het land moet in harmonie met de oceaan zijn. Zijn bergen en vlakten, steden en dorpen moeten de jubelstem aanhouden die de Heere van het al verwelkomt. Toch kan geen lied zich meten met de majesteit van het thema wanneer Jehova, de Koning, verhoogd moet worden.
De heerschappij van Christus is de vreugde van de natuur. Alle dingen loven in feite Zijn troon, en de komst daarvan. Zoals de dageraad de aarde van vreugde in tranen doet uitbarsten bij zonsopkomst, tot de dauwdruppels in haar ogen staan, zo behoort de nadering van Jezus’ universele regering de hele schepping blij te stemmen. Hij is geen tiran en slappeling, die het goede onderdrukt en het ijdele toestaat; Zijn wet is goed, Zijn daden zijn recht, Zijn bestuur is de belichaming van de gerechtigheid. Als er ooit iets was op deze arme, zwoegende aarde om zich over te verblijden, is het de komst van zo’n Verlosser, de bestijging van de universele troon door zulk een Bestuurder. Wees gegroet, Jezus! wees gegroet! Onze ziel bezwijmt van verrukking op het geluid van Uw naderende wagens, en kan slechts uitroepen: ‘Kom haastiglijk. Ja, kom haastiglijk, Heere Jezus!’
Overweging:
De vurigste pogingen die mensen ondernemen om het grote werk van de verlossing der wereld te vieren, wegen niet op tegen de rijkdom van de genade van God.