Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Opdat Christus door het geloof in uw harten wone Efeze 3:17
Het is bijzonder wenselijk, dat wij, als gelovigen, de persoon van Jezus ons gedurig voorstellen om onze liefde jegens Hem aan te vuren en onze kennis Hem aangaande te vermeerderen. Onze roeping is het, toe te nemen in de kennis van zijn kruis. Maar om Jezus steeds nabij ons te hebben moet het hart vol van Hem zijn, overvloeiende van zijn liefde, daarom bidt de apostel, dat “Christus in uw harten woont.” Zie eens hoe nabij hij Christus brengen wil. Gij kunt niets nader tot u brengen dan door het in uw hart op te nemen. “Dat Hij wonen mag,” niet dat Hij slechts nu en dan een bezoek brengt, om een korte tijd te vertoeven, maar opdat Hij woont, dat Jezus de Heere een inwoner zij van uw innerlijk wezen, om nimmermeer u te verlaten. Merk op de woorden: opdat Hij woont in uw hart, dat beste vertrek van het huis van de menselijkheid, niet in uw gedachten slechts, maar in uw genegenheden; niet alleen in de overleggingen van het gemoed, maar in de bewegingen van hart. Wij moesten reikhalzen naar een liefde van Christus van de meest blijvende aard; niet een liefde die opflikkert en dan uitsterft tot zwarte duisternis; niet slechts enkele overgebleven vonkjes, maar een gestadige vlam door heilige brandstoffen onderhouden, gelijk het vuur van het altaar, dat nimmer werd uitgedoofd. Dit kan niet plaats hebben dan door het geloof. Het geloof moet sterk zijn of de liefde zal niet brandend wezen; de wortel van de bloem moet gezond zijn, of wij verwachten tevergeefs dat de kelk zich lieflijk zal ontvouwen. Het geloof is de wortel van de lelie, en de liefde haar kelk. Het is niet mogelijk, lezer, dat Jezus in uw hart liefde zij, indien gij in Hem niet geworteld zijt door het geloof van hart; bid daarom, dat gij Christus altijd mag vertrouwen, opdat gij Hem steeds mag liefhebben. Indien de liefde koud is, weet dan zeker dat het geloof kwijnt.