Gebed.
Onze Vader, die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de Hemel alzo ook op de aarde. Wij vrezen dat wij ons gebed dikwijls beginnen met smeekbeden voor onszelf en dat wij ons dagelijks brood stellen boven Uw koninkrijk en de vergeving van onze zonden boven de heiliging van Uw Naam. Wij willen dat vandaag niet doen, maar ons laten leiden door het voorbeeldgebed van onze Heere, wij willen eerst bidden voor Uw glorie en hier, grote God, op deze plaats, willen wij U aanbidden. Gij hebt ons gemaakt en niet wij zelf. Wij zijn Uw volk en de schapen van Uw weide. Alle glorie zij U, Jehovah, de enige levende en ware God.
Met heel ons hart en verstand, vrees, hoop en vreugde, aanbidden wij de Allerhoogste. Het past ons, onze schoenen van onze voeten te doen, wanneer wij tot God naderen, want de plaats, waarop wij staan, is heilige grond. Als God in het braambos de ongeschoeide voeten van de profeet eiste, hoeveel te meer zal God in Christus Jezus dat doen?
Met de nederigste eerbied, met de waarachtigste liefde aanbidden wij God in Christus Jezus, daarin verenigd met al het verloste heir boven, met engelen en overheden en machten. Wij kunnen geen kronen aan Zijn voeten werpen, want wij hebben er nog geen, maar als wij enige deugd, enige lof, als wij iets van genade en goede naam bezitten, schrijven wij het allemaal aan God toe. Wij kunnen onze aangezichten niet bedekken met onze vleugels, want die hebben wij niet, maar wij bedekken ze met iets dat beter is dan engelenvleugels, namelijk het bloed en de gerechtigheid van Jezus Christus. Met deze bedekken wij ons aangezicht, met deze bedekken wij onze voeten, en met deze vliegen wij op naar God in de heiligste gemeenschap van God. Glorie, eer, macht en heerschappij zij Hem die op de troon zit en het Lam, voor eeuwig en altijd.
Grote God, wij verlangen dat Gij bekend zult worden tot aan de einden der aarde, opdat de afgoden geheel en al zullen worden afgeschaft. Wij verlangen dat de valse leer zal vliegen als vogels van de duisternis voor het licht en Uw komst. Heers Gij in de harten van onze medemensen. Heere, onderwerp de zonde en laat dronkenschap, onkuisheid, onderdrukking en elke vorm van goddeloosheid onder Uw voeten weggedaan worden door het Evangelie van Jezus Christus en Zijn Heilige Geest.
O, dat vandaag, vele harten gewonnen mogen worden voor God. Overtuig de mensen van het onrecht om van God vervreemd te zijn. Leg in hun hart verdriet over zonde en vrees voor de toekomende toorn, en leid en drijf mensen tot Christus. O, wat bidden wij hierom, om de verlossing van onze medemensen, niet zozeer voor hun bestwil als wel ter wille van de heerlijkheid van God en de beloning van Christus voor Zijn lijden.
Wij bidden met heel ons hart: Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de Hemel alzo ook op de aarde. Heere, help ons Uw wil te doen. Neem het kreupele koninkrijk van onze menselijkheid en heers er over. Laat geest en lichaam gewijd zijn aan God. Mogen er geen reserves zijn. Moge alles aan U worden overgegeven. Heers voor altijd! Doorboorde Koning, veracht en aan een kruis genageld, zit Gij op de glorieuze hoge troon van onze harten en moge ons leven bewijzen dat Gij Heere over ons zijt door onze gedachten en verlangens, en verbeelding, en woord en daad, in alle opzichten onder Uw goddelijke heerschappij is.
Uw volk bidt tot U uit het diepst van hun hart het gebed dat Gij over ons moogt heersen zonder mededinger. O Heiland, gebruik voor Uzelf wat Gij met bloed hebt gekocht en drijf de vijand uit en laat geen macht over ons heersen dan de macht van Uw goede Geest die gerechtigheid en vrede bewerkt.
Wij bidden vandaag ook dat Uw waarheid mag zegevieren tegen de vele anti-christenen die ertegen zijn opgestaan. Onze Vader, herstel weer een zuivere taal in Uw Sion. Neem weg, bidden wij U, de begeerte naar een nieuwe leer, het verlangen naar wat wetenschappelijk en wijs geacht wordt boven wat geschreven staat, en moge Uw Kerk tot haar ankerplaatsen komen, moge zij voor anker gaan in de waarheid van God en daar blijven. En als het Uw wil is, mogen wij dan leven in betere tijden.
Als het zo mocht zijn, zouden wij willen bidden om de spoedige komst van onze Heere om een einde te maken aan deze trage jaren, deze lange vertragende dagen. Maar als Hij niet komt, geef dan kracht aan Uw waarheid en wek Uw Kerk tot leven, zodat zij energiek wordt voor de uitbreiding ervan, opdat Uw koninkrijk moge komen. Dit zoeken wij in de eerste plaats en boven alles, de glorie van God. Wij vragen om genade dat wij mogen leven met dit doel voor ogen. Mogen we ons er op toeleggen. Moge dit onze ochtendgedachte zijn, de gedachte die we in onze gedachten hebben als we ‘s nachts wakker liggen. Wat zal ik doen, mijn Heiland, om Hem te loven? Hoe kan ik Hem roemen en een ander hart voor Zijn troon winnen? Zegen ons nu. Vergeef ons onze schuld, waarin wij tegen U gezondigd hebben. Verzegel onze vergiffenis in ons geweten en laat ons voelen dat zoals wij waarlijk hen vergeven die tegen ons zondigen, Gij ons al onze ongerechtigheden hebt vergeven. Wij bidden U, leid ons niet in verzoeking. Beproef ons niet, Heere, en laat de duivel ons niet beproeven. Als wij beproefd moeten worden, verlos ons dan van het kwade, en vooral van de boze, opdat hij geen heerschappij over ons krijgt.
Oh! Bewaar ons, Heere. Dit leven is vol beproevingen. Er zijn velen die verward zijn over tijdelijke dingen. Laat de vijand hen er niet toe brengen iets te doen of te denken dat verkeerd is, vanwege de schaarste van de voorraad. Anderen zijn gezegend met voorspoed. Heere, laat het voor hen geen vloek zijn. Laat hen weten hoe overvloedig te zijn en hoe verlies te lijden. Mogen zij geleerd worden God in alles te verheerlijken, niet alleen met alles wat zij zijn, maar met alles wat zij hebben, en zelfs met alles wat zij niet hebben, door een heilige tevredenheid om het zonder datgene te stellen wat het U niet behaagt te geven.
En Heere, geef ons dag aan dag ons dagelijks brood. Zorg voor Uw arme volk. Laat hen niet denken dat de voorziening voor henzelf geheel op henzelf rust, maar mogen zij tot U roepen, want Gij hebt gezegd: “Uw brood zal u gegeven worden, uw wateren zijn gewis.” Als wij U volgen, als Gij ons in een woestijn leidt, zult Gij ons pad met manna bestrooien. Moge Uw volk dit geloven en geen zorg hebben, maar zoals de vogels van de lucht die niet zaaien, noch verzamelen in schuren en toch gevoed worden, moge zo ook Uw volk zijn.
Maar bovenal, geef ons geestelijke hulp. Geef ons wijsheid, die nuttig is om te krijgen. Geef ons de afwezigheid van alle zelfzucht en een volkomen overgave van onze begeerten aan de wil van God. Help ons te zijn zoals Christus was, die niet de Zijnen was, maar Zichzelf gaf aan Zijn Vader voor onze zonden. Mogen wij om Zijnentwil onszelf overgeven om de wil van onze Vader, die in de hemelen is, te doen of te ondergaan.
Gedenk Uw volk in hun gezinnen en bekeer hun kinderen. Geef ons hulp en kracht. Spaar kostbare levens die in gevaar zijn. Wees genadig voor ieder die stervende is. Moge het leven van God de dood van het lichaam verzwelgen. Bereid ons allen voor op Uw glorieuze komst. Laat ons wachten en waken en doe snel naar ons hartenwens, want wij bidden: Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de Hemel alzo ook op de aarde, want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen.