Hoe verstaat dit dan een christen? Het is een hemel, waar de wereld niet om geeft; zij weet wat voor een schat van heerlijkheid in die volzin is opgesloten: ”met Christus te zijn”. Maar voor de gelovige zijn die woorden een samenvatting van alles wat heerlijk is. Neem slechts een van de vele kostelijke gedachten, die de woorden bevatten – het zien van Christus. ”Uw ogen zullen de Koning zien in Zijn heerlijkheid.” Wij hebben van Hem gehoord, en kunnen zeggen: ”Wie wij niet gezien, en nochtans liefhebben,” maar dan ’’zullen wij Hem zien.” Ja, wij zullen de verheerlijkte Zaligmaker werkelijk aanschouwen. Tracht tot een helder bewustzijn van deze gedachte te komen. Ligt er geen hemel in opgesloten? De handen zult u zien, die voor u aan het kruis werden doorboord, het met doornen gekroonde hoofd zult u aanschouwen en met geheel de door het bloed van Christus gewassen schare, zult u in diepe eerbied zich buigen voor Hem, Die zo diep voor u Zich boog. Het geloven is reeds zo dierbaar, maar wat zal het aanschouwen niet zijn? Jezus als het Lam van God te zien door de verrekijker van het geloof, vermag de ziel reeds te laten verblijden met een onuitsprekelijke vreugde, maar o, om Hem van aangezicht tot aangezicht te zien, om te staren in die ogen, om die stem te horen -de gedachte alleen al doet de ziel ontvlammen! En als het denken daaraan reeds zo zoet is, wat zal het zien zijn, als wij met Hem zullen spreken, immers het zien van Christus sluit de gemeenschap met Hem in. Al hetgeen de Bruid in het Hooglied begeerde, zullen wij hebben, en duizendmaal meer. Dan zal de bede zijn vervuld: ”Hij kusse mij met de kussen van zijn mond, want uw liefde is beter dan wijn.” Dan zullen wij kunnen zeggen: ’’Zijn linkerhand is onder mijn hoofd, en zijn rechterhand omhelst mij.” Daar ervaren wij de vervulling van de belofte: ”Zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, want zij zijn zulks waardig.” En dan storten wij ons danklied uit, een lied, zoals wij op aarde nooit zongen, zuiver, hoog gestemd, vol zoetheid en vreugde, waarin geen wanklank de hemelse harmonie verstoort, een lied van lof, als Serafs zingen. Gelukkige dag, wanneer zien en genieten onze eeuwige erfenis zal zijn, in al zijn volheid wanneer wij kennen zullen, gelijk wij gekend zijn.