En zij dwongen ene Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van de akker, de vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. Markus 15:21
Christus komt uit de zaal van Pilatus, met het hout dat zwaar op Zijn schouder drukt. Door de vermoeidheid loopt Hij langzaam. Zijn vijanden staan erop dat Hij zal sterven. Omdat de Man er zo uitgeput uitziet, zijn ze half bang dat Hij zal sterven voordat Hij de plaats van de executie bereikt, en daarom vinden ze het goed dat een ander Zijn last draagt. ‘De barmhartigheden der god- delozen zijn wreed’; ze kunnen Hem de ondraaglijke pijn van de dood aan het kruis niet besparen. Ze leggen het kruis op Simon, iemand uit Cyrene, ‘komende van de akker.’ We weten niet wat de kleur van zijn gezicht is geweest, maar die was heel waarschijnlijk zwart. Simon kwam uit Afrika, hij kwam van Cyrene. Ach, arme Afrikaan, u bent gedwongen om het kruis te dragen — ja, tot nu toe. Welkom, gij verachte kinderen van de zon, gij volgt als eersten de Koning in de mars van de smart! We weten niet zeker of Simon een discipel van Christus was. Misschien is hij een welwillende toeschouwer geweest. Toch denkt iemand misschien dat de Joden vanzelfsprekend een discipel zouden kiezen wanneer ze dat konden. Simon kwam fit en fris van de akker. Hij wist niet wat er gaande was, voegde zich bij de schare, en hém lieten ze het kruis dragen. Discipel of niet, we hebben alle reden om te geloven dat hij het later is geworden: we lezen dat hij de vader was van Alexander en Rufus, twee mensen van wie is gebleken dat ze in de vroege kerk goed bekend waren. We mogen hopen dat zijn huis zaligheid is geschied, toen hij gedwongen werd het kruis van de Heiland te dragen.