Hij dan zeide: Ik zal voorzeker met u zijn. Ex.3:12
Natuurlijk zou de HEERE, toen Hij Mozes uitzond met een opdracht, hem niet alleen laten gaan. Het ontzettende risico, dat dit zou meebrengen en de grote kracht, die het zou eisen, zou het voor God bespottelijk maken, wanneer Hij een armzalige eenzame Hebreeër zou uitzenden om zich tegenover de machtigste koning van de gehele wereld te stellen en hem dan aan zichzelf zou overlaten. Wij zouden het ons niet kunnen voorstellen, dat een wijs God de arme Mozes zou willen gelijkstellen met Farao en de enorme machten van Egypte. Daarom zegt Hij: “Ik zal voorzeker met u zijn”, alsof er geen sprake van was, dat Hij hem alleen zou zenden. Ook in mijn geval zal dezelfde regel gelden. Als ik ga in opdracht van de HEERE, met een eenvoudig vertrouwen op Zijn macht, en het oog alleen op Zijn heerlijkheid gericht, dan is het zeker, dat Hij met mij zal zijn. Het feit, dat Hij mij zendt, verplicht Hem mij bij te staan. Is dat niet genoeg? Wat kan ik meer verlangen? Als alle engelen en aartsengelen met mij waren, zou ik kunnen falen, maar als HIJ met mij is, moet ik slagen. Laat ik er slechts voor zorgen, dat ik handel op een wijze, deze belofte waardig. Laat ik niet bedeesd, weifelend, zorgeloos, vermetel gaan. Welk een persoon moet hij zijn, die God met zich heeft! In zulk een gezelschap betaamt het mij om mij als een man te gedragen, en evenals Mozes zonder vrees naar Farao te gaan.