Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
IJdelheid en leugentaal doe verre van mij. Prediker 30:8 Mijn God wees niet verre van mij. Psalm 38:22
Hier hebben we twee grote lessen – wat verbeden, en wat afgebeden worden moet. De gelukkigste staat voor de Christen is de heiligste staat. Evenals de grootste hitte het dichtst bij de zon bestaat, evenzo bestaat het grootste geluk in de nabijheid van Christus. Geen Christen ontvangt troost, als hij zijn ogen richt naar de ijdelheid; geniet niet, tenzij zijn ziel zich verkwikt in de wegen Gods. De wereld mag elders geluk zoeken, hij niet. Ik veroordeel mensen van de wereld niet, omdat zij voortrennen naar hun vermaken. Waarom zou ik? Laat hun de maat worden volgemeten, dat is alles, wat zij hebben om te genieten. Een bekeerde vrouw, die wanhoopte aan haar echtgenoot, was altijd zeer vriendelijk jegens hem, want zei zij: “Ik vrees, dat deze de enige wereld is, waarin hij gelukkig zal zijn, en daarom heb ik mij voorgenomen hem zo gelukkig mogelijk te maken.” Christenen moeten hun geluk zoeken in hoger sfeer dan de nietige ijdelheden en zondige genietingen van de wereld. IJdele bejagingen zijn gevaarlijk voor vernieuwde zielen. Wij hebben gehoord van een wijsgeer, die, terwijl hij opzag naar de sterren, in een put viel; maar hoe diep vallen zij, die naar beneden zien. Hun val is dodelijk. Geen Christen is veilig, terwijl zijn ziel traag is, en zijn God verre van hem. De Christen is wel altijd veilig, wat de grote zaak van zijn staan in Christus betreft, maar hij is niet veilig, wat aangaat zijn ervaring in heiligheid en gemeenschap met Jezus in dit leven. Satan valt niet dikwijls een Christen aan, die nabij zijn God verkeert. Het is wanneer de Christen van zijn God afdwaalt, geestelijk honger lijdt en zich met ijdelheid tracht te voeden, dat de duivel zijn kans waarneemt. Hij wederstaat nu en dan het kind Gods, dat bezig is in zijns Meesters dienst, van nabij, maar de strijd is dan gewoonlijk kort. Hij, wiens voet uitglijdt, waar hij afdaalt naar het Dal van de Vernedering, nodigt Appollyon bij elke verkeerde stap om hem aan te vallen. Geve ons de Heere genade, om nederig met onze God te wandelen.