Er blijft dan een rust over voor het volk Gods. Hebreen 4:9
God heeft voor een sabbat gezorgd en sommigen moeten er binnengaan. Degenen aan wie het eerst verkondigd was, gingen niet in vanwege hun ongeloof. Daarom blijft die sabbat over voor Gods volk (vers 1-9). David zong ervan. Maar hij moest dat in mineur doen, want Israël wees de rust van God af. Jozua kon haar niet geven, Kanaän kon haar niet geven. Zo bleef zij voor de gelovigen over. Kom dan, strijd om in deze rust in te gaan. Geef het afmattend zwoegen van de zonde en de zelfzucht op. Zie af van elk zelfvertrouwen, zelfs in die werken waarvan gezegd zou kunnen worden: ‘Ze zijn zeer goed.’ Heb je dat soort werken? Stop met je eigen werken, zoals God dat deed met de Zijne. Vind vrede in het volbrachte werk van de Heere Jezus. Alles is volmaakt gedaan: gerechtigheid vraagt niets meer. Grote vrede is je deel in Christus Jezus. Het werk van genade in de ziel en het werk van de Heere in de zielen van anderen zal in de toekomst gedaan worden: werp deze lasten op de Heere en rust in Hem. Als de Heere je een juk te dragen geeft, doet Hij het zo, dat je door het opnemen ervan rust vindt. Door geloof strijd je 0m in de rust van God in te gaan. Je verwerpt alle rust in zelfvoldaanheid of traagheid. Jezus Zelf is de volkomen rust. Je bent in Hem helemaal gevuld met die rust.