Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. Omdat gij het Woord van Mijn lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. Openbaring 3:8-10
Dit is een boodschap aan de engel van de gemeente te Filadelfia. Zij is rijk aan onderwijs voor alle gemeenten en voorgangers ook in onze tijd. “Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.” De gemeente in Filadelfia was niet groot, maar zij was goed. Zij was niet sterk, maar zij was trouw. De Geest zegt: “Gij hebt kleine kracht.” Iedere groep gelovigen heeft in elk geval een beetje kracht. Wij zijn zwak in onszelf. Toch bewijst het feit dat wij geloof hebben, dat wij ook een zekere kracht hebben. Maar die kracht kan meer of minder zijn. Sommige gemeenten hebben maar weinig kracht. Ik denk dat de gemeente in Filadelfia slechts weinig kracht heeft bezeten in verschillende opzichten. Zij zal niet veel leden gehad hebben, en daarom had zij ook weinig kracht om een grote taak, waarvoor veel mensen nodig zijn, op zich te nemen. De broeders hadden al hun krachten nodig voor het werk in de eigen gemeente, want zij waren met weinigen. Het gemis van één of twee van hen in het evangelisatiewerk, of in het toerustingswerk, zou al pijnlijk gevoeld worden. Er zijn kerken waar misschien maar weinig mensen in de kaartenbak staan. Toch kan God zo’n kerk liefhebben. Hij stelt kwaliteit meer op prijs dan kwantiteit; gehoorzaamheid meer dan grote getallen.
Zij waren ook klein van kracht als we kijken naar hun talenten. Ze waren niet zoals die beroemde gemeente in Korinthe. Iedereen kan daar de anderen onderwijzen, alleen niemand wilde er wat leren. Ze waren niet zo goed in het in tongen spreken, of in wonderen doen, of in onderwijzen vanuit het Woord. Maar ze bleven trouw aan wat ze geleerd hadden van de apostelen van de Heere. Ze waren niet briljant, maar ze waren wel trouw aan Gods Woord. De Heere kan met welgevallen kijken naar gemeenten waarin slechts weinig geleerde of welsprekende mensen te vinden zijn. Want Hij is meer geïnteresseerd in genade dan in geleerdheid, meer in geloof dan in talent.
Naar alle waarschijnlijkheid hadden zij, net als de meeste gemeenten in die tijd, maar weinig economische kracht. Ze konden maar weinig van de dingen doen, waar je geld voor nodig hebt. Het was een gemeente van arme mensen, zonder een welgestelde burger in hun midden. Er zijn veel van zulke gemeenten, die in het bijzonder kostbaar zijn in Gods oog. Hij is totaal niet geïnteresseerd in goud, maar heel erg in oprechtheid.
Misschien waren zij ook klein in de dingen die bij de genade horen. Ik bedoel: kennis, en het vermogen om onder woorden te brengen wat ze wisten. Dat was jammer. Maar dat was hun ongeluk, en niet hun schuld. Daarom verwijt de Heere hen dat niet. De Heere verwijt ons niet dat we weinig kracht hebben. Maar Hij verwijt het ons, als we weinig liefde, weinig geloof, weinig ijver, en weinig toewijding hebben.
De heiligen uit Filadelfia hechtten zich vast aan de rots, net als oesters, die maar weinig kracht in zichzelf hebben. En daar worden ze voor geprezen. Zij hadden weinig kracht, maar ze bewaarden Gods Woord, en ze hebben Zijn Naam niet verloochend.
Het is goed mogelijk dat als ze zich sterker gevoeld hadden, ze hoogmoedig het Woord van God losgelaten hadden, om de denkbeelden van mensen te volgen. Als ze dat hadden gedaan, zoals de Galaten, dan hadden ze hun loon verloren. Och, dat iedere gemeente van de Heere Jezus Christus, of zij nu zwak is of sterk, ernaar streefde om standvastig te zijn in het geloof; om trouw te zijn aan koning Jezus; om vast te staan in de waarheid die Christus ons door de Heilige Geest geleerd heeft.
Maar beste vrienden, dit woord werd gericht tot de engel van de gemeente te Filadelfia. Ik neem aan dat daarmee de voorganger van de kerk bedoeld werd. Daarom geloof ik niet dat ik de tekst geweld aan doe, als ik hem toepas op iedereen persoonlijk. En ik twijfel er niet aan dat er hier vele christenen aanwezig zijn die, ondanks hun kleine kracht, Gods Woord bewaard hebben. Als dat zo is, dan zullen zij daar loon voor ontvangen overeenkomstig Gods genade. Zij zijn sterk en volhardend gebleven in het belijden van het geloof dat eens de heiligen overgeleverd werd. De Heere die hen de genade gaf om dat te doen, zal hen nog meer genade schenken als beloning voor hun trouw.
Vanuit die gedachte zullen wij vanavond over de tekst spreken. We zullen ten eerste zien dat er een woord van lof is: God prijst deze trouwe boodschapper van de gemeente. Ten tweede geeft God hem een woord over de toekomst. Hij zegt: “Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard”. Ten derde zullen we spreken over een woord van belofte, dat we vinden in vers 10: “Omdat gij het Woord van Mijn lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken die op de aarde wonen”.
O, ik hoop dat mijn woorden trouwe mensen oproepen om aan de slag te gaan in deze kwade tijd. We hebben pilaren nodig in het huis van onze God. Waar zijn die te vinden?
Ten eerste wil ik u eraan herinneren dat onze tekst een woord van lof bevat. Ik geloof niet dat wij er zoveel moeite mee moeten hebben om elkaar te prijzen, als soms het geval is. De theorie dat het goed en verstandig is om een broeder op zijn tekortkomingen te wijzen, is algemeen geaccepteerd. Dat zal immers een heilzaam medicijn voor hem zijn. Het zal hem beletten al te gelukkig te zijn in dit tranendal. Geloven we, dat we iemand aanmoedigen beter te handelen door hem altijd op zijn fouten te wijzen? Als dat zo is, dan moeten sommige mensen nu wel héél goed zijn, want ze hebben zat openhartige vrienden gehad. Spui kritiek op een broeder! Dan zal hij ervoor bewaard worden trots te worden. Hij zal u ongetwijfeld diep dankbaar zijn, dat zijn nederigheid u zo ter harte gaat. Bedenk ook: een scherpe blik voor de onvolkomenheden van onze vrienden is zo’n grote hulp om de broederlijke liefde te doen groeien!
Zou er iemand zijn die bij zijn volle verstand is, en dit denkt? Als we het lang genoeg op deze manier geprobeerd hebben, zou het net zo goed zijn om ook eens een andere manier te proberen. Namelijk dat we ons gaan verblijden in de genade die we zien in het leven van onze broeders. Het zou goed zijn als we God eens gaan danken, terwijl zij het horen, voor de vrucht van de Geest die we in hen mogen ontdekken. Als zij zijn, wat zij zouden moeten zijn, zullen zij niet zoveel waarde hechten aan onze lof, dat zij er hoogmoedig door worden. Maar soms zullen ze er zo door bemoedigd worden, dat ze kracht krijgen voor nog hogere en edeler dingen. Als iemand mijn lof verdient, betaal ik slechts een schuld als ik die lof ook geef. Het zou oneerlijk zijn om hem die te onthouden onder het voorwendsel dat hij die betaling verkeerd zou gebruiken. Mensen die lof verdienen, kunnen er tegen die te krijgen. Sommigen van hen hebben het zelfs nodig.
Het zou me niet verbazen als de vriendelijke woorden van Gods volk slechts een oefening blijken te zijn. Namelijk een oefening voor het “Wel gedaan, goede en getrouwe dienstknecht”, dat hen eenmaal in de oren zal klinken. En het is een nuttige oefening ook, die hen helpt op hun vermoeiende weg. Goede mensen hebben veel strijd. Laten we er dus aan bijdragen om hen te vertroosten. Het grote Hoofd der Kerk vond het in ieder geval niet onverstandig om de kerk in Filadelfia te vertellen dat Hij een hoge dunk van haar had, omdat zij Zijn Woord bewaard had. Ere wie ere toekomt! Laten we degenen die het goede pogen te doen, bemoedigen.
Wat hadden deze gelovigen uit Filadelfia gedaan, dat ze zo geprezen werden? Dit: zij hadden het Woord van God bewaard. “Gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt mijn Naam niet verloochend.” Wat betekent dit?
Betekent het ten eerste niet, dat zij het Woord van God ontvangen hadden? Want als ze het niet gehoord en ontvangen hadden, konden ze het ook niet bewaard hebben. Het was van hen, zij hoorden het en wilden niets anders horen. Het was van hen, ze lazen het en onderzochten het en maakten het zich eigen. Ze stapelden kennis over God op in hun geheugen, bewaarden het in hun hart, gebruikten het in hun ervaring, en leefden eruit. Zij schaamden zich niet voor de geopenbaarde waarheid. Integendeel, zij maakten haar tot hun eigendom, hun erfdeel, hun schat.
Het betekende alles voor hun. Ik geloof vast, dat velen van onsTcunnen zeggen dat de leerstukken van de genade onze juwelen, ons bezit, ja, ons leven zijn. God heeft ons het Evangelie toevertrouwd. Wij willen liever van alles wat we hebben afstand doen, dan dat vertrouwen te beschamen. Het is een groot voorrecht om zo onderwezen te zijn door de Heilige Geest, dat we gevoeligheid ontwikkelen voor het Evangelie, en een diepe verbondenheid voelen met de waarheden van het verbond.
Vervolgens kunnen we er zeker van zijn dat zij het Woord van God liefhadden. Zij verheugden zich er intens in. Zij waardeerden het; het was hun voedsel. Zij sloegen het op, zoals bijen honing opslaan. En ze waren net zo bereid als de bijen om hun voorraad te bewaken. Zij mediteerden over het Woord van God; ze deden hun best het te begrijpen; zij verheugden zich in alles wat uit de mond van God voortkwam. Mensen bewaren geen dingen die ze waardeloos vinden. Als men in onze dagen een hoge dunk van de waarheid had, dan zou men er meer voor over hebben. Mensen staan altijd klaar afstand te doen van datgene wat ze niet waarderen. Precies om die reden zijn zovelen bereid om de Bijbel over te geven aan critici en filosofen, die overvallers en rovers van het geloof. Maar hij die Gods Woord bewaart, heeft het van harte lief, daar kunnen we zeker van zijn. O, kind van God, misschien bent u klein in Israël. Maar als u het Woord van God liefhebt, dan is er iets in u waarin God zich verheugt. Hij ziet u als u uit de Bijbel leest. Hij merkt u op als u probeert achter de betekenis van Zijn Woord te komen. Hij heeft u in het oog als u neerzit en nadenkt over Zijn goddelijke gedachten. Hij is blij met uw verlangen te weten wat de wil van de Heere is. Hij zegt: “Ik ken uw werken”; hoewel u misschien weinig invloed hebt, of weinig talent, is hij toch blij met u, omdat u blij bent met Zijn Woord.
Er wordt hier echter meer bedoeld dan simpelweg het Woord liefhebben. (Hoewel dat al niet gering is.) Het betekent ook dat zij het geloofden. Zij geloofden het met hun hele hart, en daarom bewaarden ze het. Ik ben bang dat er grote waarheden zijn in Gods Woord, die we niet op een doordachte manier geloven. We nemen ze als vanzelfsprekend aan. We zeggen: “Ja, ja, deze dogma’s staan in de geloofsbelijdenis”; en we leggen ze op de bovenste plank, buiten bereik. En we geloven er niet van harte in voor onszelf. We worden erg verdrietig als iemand ze ontkent. Maar als ze niet ter discussie staan, dan vergeten we ze. Is dit wijs of verstandig? We noemen onze tegenstanders ‘niet-rechtzinnig’ en onze ijver voor de rechte leer treed naar voren. Maar toch is het mogelijk dat we nooit een persoonlijk geloof in deze dogma’s hebben beoefend, door ze voor onszelf te doordenken.
Het is geweldig om u een weg naar de waarheid te banen; om als een mijnwerker naar de goudader te gaan door te graven en puin te ruimen. Echte gelovigen kunnen vergeleken worden met muizen in een kaas. Zij dringen door tot het centrum van de kaas, door alles wat ze tegenkomen op hun weg, op te eten. Wij eten ons een weg in het Woord van God. We leven van wat we leren, terwijl we ons een weg banen door de waarheid. De waarheid is te groot om ooit helemaal op te eten, maar elke dag en elk uur leven we er van. We geloven op zo’n manier in de waarheid, dat we haar als een vaststaand feit accepteren. Zo is zij waardevol voor alledaags gebruik. Dat is de beste manier om haar tot het einde te bewaren.
Nu, kind van God, zoals ik al zie: u kunt wel kleine kracht hebben en wel vaak beproefd en bedroefd worden. Maar als u gelooft in het Woord, dan is er in dat kinderlijke geloof meer dat God behaagt dan in de schitterendste geloofsbelijdenissen of in de meest opzienbarende daden. Geloof is de Koh-i-Noor onder de juwelen, de koningin der deugden. Geloof in Gods Woord, en u hebt een belangrijke geloofsdaad verricht. Geloof er in, terwijl anderen hem tegenspreken, en u bent de overwinnaar over hen allen. Geloof er in als de omstandigheden dat twijfelachtig maken. Geloof er in als uw eigen hart u in de steek laat. Geloof er in als uw zonde en verdorvenheid in u omhoog komen als een fontein van troebel water. Zo zult u de God der waarheid verheerlijken. Blijf vasthouden aan de belofte die u gedaan is in het Woord van God. Blijf vasthouden aan de openbaring van God die gezien wordt in Christus Jezus. Dan geeft u God de eer die Hij verdient. En Hij zal zeggen: “Ik weet uw werken, want gij hebt kleine kracht, maar gij hebt Mijn Woord bewaard”.
We hebben het gehad over het innerlijk bezitten van de waarheid en het van harte erin geloven. We moeten ook bereid zijn om er altijd aan vast te houden. Dat is hier misschien wel de centrale gedachte in “u hebt Mijn Woord bewaard”. Er zijn vooraanstaande mensen onder ons die helemaal niet willen geloven in overeenstemming met Gods Woord. Zij hebben zelf bedacht wat zij geloven. Hun theologie is van eigen maaksel, zoals spinnen hun webben weven uit hun eigen binnenste. Maar zodra het gaat over de dogma’s van ons allerheiligst geloof, moeten we dat verbinden aan een “Zo zegt de Heere”. Het gaat niet om wat ik denk. Het gaan niet om wat een groter man dan ik denk. Het gaat niet om de mening van alle verlichte mensen uit onze tijd, al zouden ze het allemaal met elkaar eens zijn. Het gaat erom wat de Heere heeft gesproken. Gods gedachten zijn zo hoog boven de onze, als de hemel boven de aarde is. Durven we die naar beneden te sleuren, en over hen te oordelen? Als de heersende denkbeelden van deze tijd toevallig waar zijn, prima! Maar onze zekerheid rust niet op een voorbijgaande opvatting. Ons geloof rust niet op de wijsheid van mensen, maar in de kracht van God. Wat onderwezen wordt in de Heilige Schrift, staat voor ons vast. Elke andere bewering moet daarvoor buigen.
Chillingworth zei eens: “De Bijbel en de Bijbel alleen is de godsdienst van de protestanten”. Dat zou waar moeten zijn, hoewel ik bang ben dat het niet waar is. Ik zou graag meer van zulke protestanten zien. Velen zeggen dat we ‘op de hoogte moeten blijven van onze tijd’, wat dat dan ook mag betekenen. Ze zeggen dat er een ‘tijdgeest’ is, waaraan we ons moeten onderwerpen. Voor mij is dit het verraden van de waarheid. Ik ken maar één geest waaraan ik mij wens te onderwerpen, en dat is de Geest van alle tijden, die nooit verandert. Door Zijn onderwijzing lopen we niet alleen negentien eeuwen achter op deze eeuw. We gaan zelfs terug tot het allereerste begin van de geschiedenis van de mens.
Als we maar weinig kracht hebben, dan laten we de tijden en de geesten gaan waarheen ze willen. Wij zullen bij de Heilige Geest blijven, en bij zijn eeuwige onderwijs. Stel dat wij niet zoveel hersens hebben als sommige anderen, en dat we geen slimmigheden en nieuwigheden kunnen uitdenken zoals zij. Dan nog zal het geen kleine zaak zijn om uit- emdelijk geprezen te worden met de woorden: “U heeft kleine kracht, maar u hebt Mijn Woord bewaard.”
Broeder, klem u vast aan Gods Woord. Klem u vast aan de onfeilbare en onveranderlijke openbaring. Welke nieuwigheid er ook opkomt, blijf bij het Woord van Jezus. Welke ontdekking er ook gedaan wordt door de wijzen van deze eeuw, laat Christus uw wijsheid zijn. Heb niet meer respect voor de wijzen van deze eeuw dan voor dwazen, want mensen die zich verzetten tegen Gods Woord zijn dwazen. Laat hen maar schreeuwen ‘kijk hier, kijk daar’, maar geloof hen niet. Dit is de grond waarin uw anker zeker houdt: het Boek is ons laatste houvast.
Wat niet in de Heilige Schrift staat, moet niet als geloofswaarheid in de christelijke kerk aangenomen worden. Maar wat er in staat, moet aangenomen worden. En het moet vastgehouden worden met vastberaden standvastigheid en met onvergankelijk geloof, die net zo min veranderen als de waarheid waar ze aan vasthouden. Wee de mens die eerst een Calvinist is, vervolgens een Arminiaan wordt, dan een Pelagiaan, dan een Unitariër. Wee hem die nooit rust vindt voor zijn voetzool, en nooit iets vasthoudt, omdat hij niets heeft om vast te houden. Deze Kerk uit Filadelfia heeft de lof verdiend dat ze Gods Woord bewaard hebben. Beste hoorder, zie dat u diezelfde lof krijgt!
Het Woord van God bewaren betekent zonder twijfel ook het gehoorzamen. “U hebt kleine kracht”: er zijn maar weinig leden in uw kerk, maar u hebt trouw alle geboden en verordeningen onderhouden. Sommigen denken dat het heel wat voorstelt om leden van een bepaalde groep binnen de kerk te zijn. Maar straks wordt het grote gordijn opgerold, en worden alle dingen gezien zoals ze werkelijk zijn, en niet zoals ze lijken. Denkt u dan niet dat die gemeente het meest geprezen zal worden die in alles het meest trouw was aan het onderwijs van de Heilige Geest?
Christelijke eerlijkheid zou er voor moeten zorgen dat u liever lid bent van een kerk met zes leden die gewetensvol het werk van de Heere doen, dan van een kerk met zes miljoen leden die zich daarvan afgekeerd hebben. Ik kan geen gemeenschap hebben met een kerk wiens belangrijkste gids en autoriteit niet de Bijbel is, maar een ander boek. Ik kan niet in gemeenschap zijn met een kerk die iemand anders als hoofd erkent dan de Heere Jezus Christus. Liever sta ik alleen, dan dat ik samen met een menigte instem met een van hogerhand opgelegde manier om God te aanbidden. Eens zal het blijken dat de christelijke minderheden zowel de wereld als de kerk gered hebben. Een handjevol worstelende mensen mogen zichzelf als de meerderheid rekenen, als zij alleen staan met God aan hun zijde. Want Hij betekent voor hun meer dan al de duizendtallen van de aarde bij elkaar.
Degenen die trouw, standvastig en godvrezend zijn, die geen centimeter toe willen geven en geen letter willen veranderen terwille van alle koningen en machthebbers van de aarde, dat zullen degenen zijn die lof en eer zullen krijgen op de dag dat de Heere verschijnt op de wolken. Dat zijn de mensen voor wie Christus van Zijn troon zal komen om hen te eren. Maar degenen die Gods Woord niet serieus genomen hebben, zullen niet geacht zijn. Degene die moedwillig een van de kleinste van Zijn geboden heeft gebroken, en de mensen geleerd heeft om dat te doen, zal de minste zijn in het Koninkrijk der hemelen. Zalig en gelukkig zal diegene zijn, die het Lam volgt, waar Hij ook gaat. Zalig degene die alleen maar de wil van de Heere zocht om die te doen, zonder te vragen en zonder zich iets aan te trekken van de wil van andere mensen.
Ik zal het weer dicht bij huis brengen voor u, beste vrienden. U heeft maar weinig kracht, maar bewaart u Gods Woord? Misschien zal deze gemeente niet groeien, of invloedrijker worden. Maar laat dit van u gezegd kunnen worden, dat u Gods Woord bewaard hebt. Bestudeer Gods Woord en houdt er aan vast. Let niet op wat ik zeg, als het niet ondersteund wordt door Gods Woord. En let niet op wat wie dan ook zegt, of het nu een redenaar, denker of bisschop is. De koperen munten waarmee de massa betaalt, zijn niet van waarde. In de wereld kun je er wat mee, maar in het koninkrijk van God zijn ze waardeloos. Voor mensenwoorden koopje niet veel. Heel veel woorden bij elkaar zijn nog geen cent waard. Eén woord van de Heere is echter een lading goud waard. Als een leer van God is, als het uit de liefdevolle mond van de Heere Jezus is gekomen, houd het dan vast als aan uw eigen leven. Laat de mensen u maar een dweper vinden. Trek u er niets van aan. Houd uit alle macht vast wat u heeft, en de Heere zal goedkeurend op u neerzien.
Nu heb ik uitgelegd wat de gelovigen in Filippi deden. Zij deden dit alles onder moeilijke omstandigheden, maar dat zorgde er alleen maar voor dat ze nog meer lof ontvingen. Ze hadden weinig talent, maar ze bewaarden Gods Woord. Och, dat mensen die tien talenten ontvangen hebben, niet zo graag origineel wilden zijn in wat ze brengen! Och, dat ze eens op zouden houden hun eigen gedachten uit te meten, hun eigen slimheid en persoonlijkheid.
Als u weinig talenten hebt, is het jammer dat u er niet meer hebt. Maar toch is het in u te prijzen wanneer u staat voor de goede zaak en standvastig bent in het geloof. Misschien hebt u weinig geestkracht. Ik hoop zelfs dan dat genade u in staat stelt pal te staan voor de waarheid. In andere zaken wordt u misschien snel overreed en omver gepraat. Wees dan echter dubbel vastbesloten in de dingen van God. Maak het duidelijk waar u staat. Laat het blijken, dat u niet in verwarring gebracht zult worden wat betreft de belangrijke punten. Doe dat net zo lang, tot uw vrienden zeggen: “O, die Willem kun je alles wijsmaken, maar niet over zijn godsdienst. Op dat punt is hij een echte Puritein. Er is geen beweging in te krijgen”. Moge dit altijd zo zijn! Zelfs als u slechts kleine kracht hebt, zorg ervoor dat u Christus’ Woord bewaart.
Misschien hebt u niet veel kracht op het gebied van invloed uitoefenen: de kring waarin u zich beweegt is maar klein, en uw macht daarin stelt niet veel voor. Dat is niet belangrijk. Maar het is wel belangrijk of u trouw bent aan God. Als u trouw bent aan Gods Woord, dan kunt u een invloed uitoefenen die uitgaat ver boven wat u zich voor kunt stellen. Goede mensen kwamen achter de waarheid in de donkere dagen van het pausdom. Maar ze leefden ergens in een stil dorpje, of zaten opgesloten in een klooster, en het enige wat ze konden doen was opschrijven wat ze wisten en het op die manier bewaren. Er zijn gevallen bekend van mensen die een gedeelte van het Woord van God overschreven en in een muur verstopten. Later, toen de muur afgebroken werd, werd het onbetaalbare geschrift gevonden en gebruikt. De waarheid sterft niet door begraven te worden. Sommigen onderwezen het Evangelie in het geheim in hun eigen gezin. Zo bewaarden ze Gods Woord. Sommigen hadden een paar exemplaren van het Nieuwe Testament, en reisden rond om die te verkopen. Zo bewaarden ze de waarheid. Deze mensen uit de Middeleeuwen hadden schijnbaar maar weinig invloed op hun eigen tijd. Toch maakten zij de weg vrij voor de nog moediger geesten die langzamerhand begonnen te schijnen als sterren in de morgenschemering.
Hou vast aan Gods Woord en trek u er niets van aan wat daaruit voortvloeit op dit moment. Gods zaad begint misschien niet na een dag te groeien, maar groeien zal het. Als u slechts één kind beïnvloedt, wie zal er dan kunnen zeggen hoe dat kind zal worden? Als u slechts één alleenstaande christin helpt bemoedigen, wie weet wat door haar nog tot stand zal komen? We zien de telegraafdraden, maar we zien niet welke berichten zij overbrengen. De touwen hangen in de klokkentoren, maar het klokkenspel is daarboven. We kunnen de grote klokken niet zien, maar het is onze taak aan de touwen te trekken die bij de hand zijn. Het is onze taak te doen wat God ons vraagt om te doen. Op de een of andere, manier zal daar muziek uit voortkomen. Het belangrijkste is: zelfs als we maar zo weinig kracht hebben als een kind, laten we dan Gods Woord bewaren.
Waarom moet Gods Woord eigenlijk bewaard worden? Wat is er te prijzen in het bewaren van Gods Woord? Mijn antwoord is: omdat het iets heiligs is om Gods Woord als een schat te bewaren. In Europa ben ik in kerken geweest, waar in de sacristie goud- en zilverwerk bewaard werd dat miljoenen waard was. Dat was dan de ‘schat der kerk’, zei men. Ach, het zijn maar menselijke schatten, en zij zullen voorbijgaan. Maar de vaste waarheid van de openbaring, de leer van de Heilige Geest, een ervaring van de Heere, die u door die Heilige Geest wordt gegeven – dat is de schat der kerk. En u doet iets heiligs, als u haar bewaakt tegen iedere tegenstander. Voor dit doel worden heiligen de wereld ingezonden: om de schat der kerk te bewaren tegen alle tegenstanders. De waarheid is het juweel, waarvoor alle gelovigen bereid moeten zijn, te sterven.
Salomo maakte gouden schilden, die voor de koning uitgedragen werden, als hij het huis van de Heere binnenging. Maar Rehabeam nam de gouden schilden weg, en zette er koperen schilden voor in de plaats. Velen doen vandaag hetzelfde. Laten we daartegen protesteren: goud is goed genoeg voor ons. Gooi het beste watje hebt niet weg om iets anders te krijgen, dat misschien wel nieuwer is, maar ook veel minder goed. Een enkele zin uit Gods Woord heeft voor mij meer zekerheid en meer kracht, dan al de ontdekkingen van alle geleerden uit alle tijden.
Ik zou de bibliotheek van Alexandrië hebben kunnen zien verbranden, zonder dat ik er een minuut minder om sliep. Want de meeste boeken die daar bewaard werden, waren rommel. Maar als er een vers van het Nieuwe Testament zou kunnen verdwijnen, en uit het geheugen van de mensen zou kunnen worden gewist, dan zou je je leven willen geven om die heerlijke zin te redden. In de geest van de mens borrelt helder en troebel water naar boven. En het is moeilijk om het onderscheid tussen die twee te zien. Maar uit het hart van God komt een stroom van levende waarheid, onvervuild en onvermengd. Daar heeft een mens meer aan dan aan alle aardse dingen. Soldaten bewaken koningen en kronen en tronen. Maar de levende waarheid van de levende God is het oneindig meer waard dat wij er over waken. Och, dat er tienduizend dappere mannen zouden staan bij het bed van de waarheid, allemaal met het zwaard aan de dij uit vrees voor de nacht. Daarom, omdat het iets heiligs is, iets hemels, iets onbetaalbaars, moet u Gods Woord bewaren.
Daarnaast is het ook verstandig om Gods Woord te bewaren, als u maar kleine kracht hebt. Hoe zwakker u bent, hoe dichter u bij de Schriften moet blijven. Denk aan wat Salomo zei: “De konijnen zijn een machteloos volk”. Toch noemt hij ze wijs, want ze hebben hun holen in de rotsen. Als u met iemand discussieert die u weg kan krijgen van de Bijbel, dan kan hij u levend verslinden. Maar u moet bij de Schrift blijven, en als wapen gebruiken: “Er staat geschreven, er staat geschreven”. Zelfs al zou u dan met de duivel zelf discussiëren, dan kan hij met geen mogelijkheid de overwinning over u behalen. Uw wijsheid is er niet in gelegen om zo slim te worden dat u de criticus kunt overtroeven. Het is uw wijsheid om uw hand op Gods Woord te leggen, en dat vast te houden, want daarin ligt uw veiligheid en uw overwinning.
Nogmaals, beste vrienden, we moeten vast houden aan Gods waarheid. Want als we dat doen, zullen we meer kracht krijgen als we maar kleine kracht hebben. We zullen nooit sterker worden door het eeuwige Woord te verlaten. Nee, maar als we in al onze zwakheid ons vastklampen aan Gods Woord, dan stroomt de goddelijke kracht van het Woord in onze ziel. Trouwens, Gods Woord ondersteunt ons. Wie het verlaat, verlaat zijn voornaamste helper. Wie het ontvangt, zal leven. Maar zonder dat Woord is er geen geestelijk leven. Laten we het daarom vasthouden. Als mensen bepaalde lekkernijen van ons weg zouden nemen, die wel lekker maar niet nodig zijn, dan zouden we ons tevreden kunnen stellen met wat we overhouden. Het gaat immers maar om het verspillen van onze overvloed. Als ze echter komen om het brood en water van de armen en behoeftigen weg te nemen, dan kunnen we dat niet verdragen. Hiervoor moeten opkomen en hiervoor moeten wij tot de dood vechten. Het Woord dat uit Christus’ mond voortkomt is het dagelijkse manna van ons hemelse leven. En elke christen, hoe zwak of sterk hij ook is, hoort het Woord van God te bewaren tegen ieder die het aanvalt. Want het is zijn leven! Als ik voor mezelf spreek, zal ik eerder sterven dan het Evangelie prijsgeven. Ik mag een dwaas zijn, een ouderwetse dweper, maar ik ben geen afvallige. Ik kan het Woord van de Heere niet loslaten. Al moet ik de laatste van de Puriteinen zijn, daar zal ik me niet voor schamen. Mijn Heere zal zijn begraven waarheid weer doen herleven, zo zeker als hij God is. De dwaasheid van vandaag de dag zal ook niet langer leven dan vandaag.
Tot zover dan het woord van lof.
Over het volgende punt zal ik niet lang spreken. Maar ik wil u eraan herinneren dat er ook een woord voor de toekomst is: “Zie, ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten: want gij hebt kleine kracht, en hebt mijn Woord bewaard”.
Het lijkt me dat het simpelweg het volgende betekent: “U bent getrouw geweest; daarom zal Ik u gebruiken. U bent standvastig geweest; daarom zal Ik u in Mijn dienst nemen.” Het kan zijn dat God ons gedurende een aanzienlijke periode in ons leven, ons geen werkveld geeft, maar een veld van beproeving. Voor sommigen zet hij al vroeg de poort van de bruikbaarheid open. In hen ziet hij een geest die de verleiding van het succes kan verdragen. Maar in vele andere gevallen is het de vraag of zij promotie aankunnen. Daarom staat de Heere toe dat zij op verschillende manieren beproefd worden, totdat Hij ziet dat ze getrouw bevonden worden. Dan neemt Hij ze in Zijn dienst, en geeft hen de mogelijkheid om van Hem te getuigen.
Nu, beste vriend, misschien bent u tot nu toe volmaakt tevreden geweest met het vasthouden van de waarheid en met het trouw zijn aan de waarheid in uw persoonlijke en alledaagse leven. Als u dat nu een poosje hebt gedaan, dan moet u er eens over denken of de tijd niet is aangebroken om nog wat verder te gaan. Er liggen nu kansen voor u die er vroeger niet waren. Die zijn er speciaal voor ü, omdat u beproefd bent, en getrouw bent gebleken. Als u nu wilt gaan praten met anderen over uw grote liefde, dan zult u verbaasd staan hoe graag ze dat van u ontvangen. Tot nu toe bent u zelf een ‘ontvanger’ geweest, en dat is prima. Maar nu u gevuld bent, stroom over voor anderen. Laat ben uw vreugde ontvangen.
“Hoe kan ik weten of ze dat willen ontvangen?” vraagt u. Ik w’eet het, omdat over het algemeen de man die Gods Woord bewaart, ook een open deur voor zich heeft. Als u een twijfelaar bent, en telkens verandert, en grillig bent, dan zal iemand bijzonder veel aandacht schenken aan wat u zegt. Behalve dan misschien om de deur te sluiten voor uw onzekere gebazel. Als ze echter gezien hebben hoe u staat voor de waarheid, hoe standvastig en onwankelbaar u bent, dan zullen ze het opgeven om met u te discussiëren. Dan zullen ze naar u toe komen om te vragen wat uw opvatting precies is. Mensen vinden het niet leuk om met hun hoofd tegen stenen muren te lopen, of te vechten tegen ijzeren pilaren. En als ze zien dat u stevig staat en niet van uw plaats te krijgen bent, dan zullen ze zeggen: “Hij moet zijn eigen gang maar gaan”.
Als iemand zijn christelijke leven twijfelend en halfslachtig begint, weten zijn vrienden niet of hij door zal gaan op die weg. Omdat hij zijn best doet elke vervolging te vermijden, weten ze niet wat ze van hem moeten denken. Dat moedigt hen aan om hem te behandelen als iemand die aan alle kanten onder druk gezet kan worden. Als er een geheime ingang naar de hemel is, dan geeft hij daar de voorkeur aan. Als hij de kans krijgt, loopt hij om en klimt ergens over de muur, of slipt naar binnen door de achteringang. Zo iemand heeft geen kracht of invloed. Hij is eerder belachelijk dan nuttig. Niemand respecteert hem. Niemand geeft een rooie cent om wat hij vindt. De duivel zelf valt hem nauwelijks lastig, want hij weet dat hij geen gevaar is voor zijn koninkrijk, wat hij ook zegt.
Maar de mens die zegt: “Ik ga recht op de heerlijkheid af, en als iemand mij in de weg staat, des te erger voor hem, want ik neem de rechte weg en geen andere”, zo iemand zal een duidelijk pad vinden. Moody zou zeggen: Ga recht op de hemel af, zoals een bij op zijn korf afgaat. Ik wil ieder van u horen zeggen: “Ik ga geen omwegen maken of zijpaden bewandelen. Maar ik ga rechtuit en doe wat God mij vraagt om te doen. Ik zal geloven wat God mij vraagt te geloven. En als ik daar soms voor moet lijden, dan moet dat maar. Ik heb het allemaal berekend, en ik acht de smaadheid van Christus groter rijkdom te zijn dan alle schatten van Egypte.” Dit is een goed voornemen. God helpe u om het te houden. Voor u, mijn broeder, heeft de Heere God een geopende deur gegeven. Ga voorwaarts! Wees niet bang. Er zullen mensen zijn die willen luisteren naar wat u te zeggen hebt. Wat meer is, er zullen mensen bekeerd worden door wat u zegt, want God heeft u een geopende deur gegeven, en niemand kan die sluiten. Het is verbazingwekkend makkelijk om door een deur te gaan als hij wijd open is. U zult zien dat het voor u heel makkelijk is. Veel makkelijker dan u denkt. U bent nu immers geschoold door Gods Geest in standvastigheid, om in Gods Naam, afhankelijk van Zijn kracht, te zeggen wat Hij u geleerd heeft. U zult velen tot Christus brengen, omdat u zelf in Christus blijft.
Broeder, u had er niet op gerekend dat u ooit zo nuttig zou kunnen worden, wel? Kop op, aan het werk. Ontwaak tot een heilige ijver. In de zondagsschool zijn kleine kinderen die door u tot Christus geleid zullen worden, als u een klas onder uw hoede neemt. En buiten op de hoeken van de straten, zijn mensen die u tot deHeiland mag brengen, als u maar de moed hebt om daar te staan en te preken. Ver weg in de dorpen, of in de dichtbevolkte stad zijn er harten die op u wachten. Ik zeg dit niet tot u allen. Ik zeg dit slechts tot degenen die bevestigd zijn in hun geloof, en er vast in staan. Als u voelt “ik kan nooit de Bijbel opgeven. Ik kan nooit de waarheden verzaken die ik daaruit geleerd heb. Zij zijn op mijn hart gestempeld, ze zijn in het centrum van mijn ziel ingeprent”, dan bent u iemand die veilig uit mag gaan om de waarheid te verkondigen. Er is een open deur voor u die niemand kan sluiten. Gord uw lendenen en ga er binnen. Storm naar de voorste linie. De overwinning ligt voor u. God wil u gebruiken. U bent een vat dat geschikt is om door de Meester gebruikt te worden. En er is nog nooit een bruikbaar vat geweest dat Hij niet gebruikte. Elke tijd heeft zijn mensen nodig, net zoals elke mens de tijd nodig heeft. Gebruik uw tijd ten volle en eer uw God. De Heere helpe u om Zijn Woord vast te houden, en dan openlijk van Hem te getuigen.
Ons laatste punt is een woord van belofte, want in het tiende vers staat geschreven: “Omdat gij het Woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken die op de aarde wonen.” Degenen doe Gods Woord bewaren, zullen zelf bewaard worden van verzoeking. De Heere geeft terug aan Zijn dienaren wat zij Hem gegeven hebben. Omdat zij bewaren, zullen ze bewaard worden.
Nu zal ik spreken voor mijzelf, maar ook voor u. Want ik weet dat we kunnen getuigen dat deze belofte waar is. Iemand zegt tegen me: “Bent u niet van slag door de kracht van het moderne denken? Door de nieuwe theologie die de laatste tijd zo sterk opkomt? Doet u dat niets?” Helemaal niets! Moderne ideeën hebben niet de geringste invloed op me. Als alle mensen die leven of ooit zullen leven het oude Calvinisme zullen uitspuwen, blijft er nog één iemand over die er aan vast zal hou den. Hij kan immers aan niets anders houvast vinden. Ik moet helemaal uit dit bestaan worden weggerukt voordat mijn overtuiging dat die ouderwetse leer der genade waar is, van mij kan worden afgenomen. Ik ben ongelukkig, ellendig, verloren als de leer der genade niet waar is. Ik ben blij, opgewekt, sterk en gelukkig als deze leer waar is. Daarom kan ik haar niet opgeven. En al helemaal niet omdat ik in het Woord van God deze leer terugvind. Hoe meer ik er in lees, hoe meer ik dat zie. Daaron moet ik aan deze leer vasthouden.
In deze kerk voelen we weinig van de verleiding die heel de wereld treft. Zelden beginnen enkele van onze vrienden te twijfelen in hun hart. Zelden worden ze gekweld door deze ketterse horzels. Een dominee zei tegen mij: “Ik zie dat enkele van mijn beste mensen scepticus worden. Ben jij niet bezorgd dat degenen die nadenken afdwalen naar die nieuwe theologie?” “Nee, helemaal niet.” “Waarom niet?” “Omdat de genade van God onze mensen vasthoudt. Ze weten wat ze geloven en ze verlangen niet naar verandering.” Als iemand de leer der genade niet gelooft, dan komt hij één keer om naar mij te luisteren, en dan zegt hij: “Ik ga niet meer.” Hij praat met sommigen van u, en ziet dat u zo dogmatisch bent, en zo vast geworteld. Hij noemt u stijfkoppig, en zegt dat het geen zin heeft te discussiëren met zulke dwepers. Daarom gaat hij ergens anders naar toe om te redetwisten. En dat is precies zoals wij het willen hebben. Als een schepel vol tarwe zit, zorgt het goede koren ervoor dat het kaf buiten blijft. Dit is Gods manier om degenen die Zijn Woord bewaren te verlossen. Zo zorgt hij ervoor dat zij geen verleidingen hoeven te weerstaan zoals anderen. Het lijkt wel of Hij zegt: “Mijn lieve kind, omdat jij niet buiten Mijn geschreven Woord om wilt gaan, zul je niet verleid worden om er buiten te treden. Ik zal zorgen dat de vijanden van de waarheid je met rust laten. Zij zullen zich aan je ergeren, of jij je aan hen, zodat je elkaar niet lang zult willen zien.”
Bedenk hoe Bunyan die situatie schildert. Toen Praatgraag langskwam bij Christen en Hoopvol, kletste hij over allerlei onderwerpen. Ze kregen al snel genoeg van hem. Om van hem af te komen, zei Christen tot Hoopvol: “Nu zullen we een poosje praten over onze ervaringen in godsvrucht.” En toen ze begonnen te praten over wat zij geproefd en gemerkt hadden van de goddelijke waarheid, bleef meneer Praatgraag achter. Hij hield niet van geestelijke conversatie en niemand van dat soort houdt daarvan. De heilige pelgrims waren niet zo onbeschoft om hem weg te sturen. Ze praten alleen maar over de hemelse dingen. Die begreep hij niet, en daarom ging hijzelf maar weg. Ik geloof dat dat het resultaat is van heilige conversatie en gezonde prediking. Blijf bij de waarheid, en de moderne theologie zal ver bij u uit de buurt blijven. Maar als iemand onder u van twee walletjes probeert te eten, als u van plan bent een beetje van alles te geloven, en nergens veel van te geloven, als u twee meesters wil dienen, dan zult u verleid worden tot een dodelijke dwaling. En dat heeft u dan echt verdiend. Als u verleid wordt, zult u vallen, omdat u in werkelijkheid al gevallen bent. Bewaar het Woord van God, en het Woord van God zal u bewaren. U zal afgeschermd worden van verleidingen die zelfs maar half zo erg zijn als de verleidingen waar nu professoren in de theologie over tobben.
Of misschien betekent de tekst dat als de verleiding komt, dat u haar zult kunnen doorstaan. De diepe overtuiging dat het Woord van God de maatstaf is voor ons geloof, zal ons misschien niet behoeden voor elke dwaling. De vaste gewoonte om alles te beoordelen op grond van het Woord van God misschien ook niet. Maar ze zullen ons redden van de oorsprong en de voedster van elke dwaling: dat wil zeggen, te vertrouwen op ons eigen verstand, of op dat van andere mensen.
Ik stel een vast vertrouwen op het Woord van God zelfs meer op prijs dan de kennis die daaruit voortkomt. Want dat vertrouwen is een reddende eigenschap, een heiligende eigenschap, en ook een versterkende en bevestigende en bewarende eigenschap. Moge God het ons geven dat, welke verleiding er op deze aarde ook opdoemt, wij pal mogen staan voor Zijn waarheid. Dan zal niemand van ons omkomen zoals Judas, de zoon des verderfs.
Dit alles heb ik gesproken tot het volk van God. Maar ik weet dat er hier mensen zijn die Gods Woord niet kennen, en het niet liefhebben. Zij hebben het nooit omhelsd. Zij kunnen er ook geen zegen uit ontvangen. Maar waarom zou u het niet ontvangen? Lijkt het u niet logisch dat als God gesproken heeft, Zijn schepselen horen te geloven wat Hij sprak? Lijkt het u niet logisch dat er geen ruimte voor vragen meer zou moeten blijven bestaan, nadat Hij zijn Wet gegeven heeft?
Komt u dan, en onderzoekt de Schriften. In hen denkt u immers eeuwig leven te hebben, en zij zijn het die van Christus getuigen. En laat het niet zo zijn, dat u niet tot Hem wilt komen om leven te ontvangen. God geeft in Zijn Woord Zijn getuigenis over Zijn eigen, geliefde Zoon. Geloof dat getuigenis. Neem de Heiland aan, die Hij gegeven heeft, en ontvang redding, nu op dit moment. Als u nu naar buiten gaat, zeg dan: “Ik geloof het”. “Die gelooft, heeft het eeuwige leven”, want “dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige, waarachtige God, en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt.” Ik verzeker u, dat als u gaat geloven, en het Woord uw vreugde en troost wordt, dat u dat geloof nooit meer los zult laten. Mensenwijsheid is ijdelheid, maar Gods Woord staat vast tot in eeuwigheid. God zegene u.
Amen.