Wanneer ik tot U roep, zullen mijn vijanden terugdeinzen: dit weet ik, want God is voor mij. Psalm 56:9 (Eng. vert. KJV)
Het is onmogelijk dat menselijke woorden de volle betekenis kunnen uitdrukken van die heerlijke uitspraak: “God is vóór mij.” Hij was vóór ons nog voordat de wereld bestond. Hij was vóór ons, anders had Hij Zijn geliefde Zoon niet gegeven. Hij was vóór ons toen Hij de Eniggeborene trof en de volle last van Zijn toorn op Hem legde—Hij was vóór ons, zelfs toen Hij tegen Hem was. Hij was vóór ons toen wij in de val ten onder gingen—en toch bleef Hij ons liefhebben. Hij was vóór ons toen wij nog rebellen waren, Hem trotseerden met opgeheven hand—maar Hij bracht ons toch nederig tot het zoeken van Zijn aangezicht, want Hij was vóór ons. Hij is vóór ons in al onze strijd. Wij zijn geroepen talloze gevaren te trotseren, belaagd door verleidingen van buitenaf en van binnenuit—hoe hadden wij ooit tot nu toe ongeschonden kunnen standhouden, als Hij niet vóór ons geweest was? Hij is vóór ons met de oneindigheid van Zijn wezen, met de almacht van Zijn liefde, met de onfeilbaarheid van Zijn wijsheid. Bekleed met al Zijn goddelijke volmaaktheden is Hij vóór ons—eeuwig en onveranderlijk vóór ons. Vóór ons, zelfs wanneer de blauwe hemel zal worden opgerold als een versleten kleed; vóór ons tot in eeuwigheid. En omdat Hij vóór ons is, zal ons gebed altijd Zijn hulp verzekeren.
Hemelse Vader, ik dank U dat U van eeuwigheid vóór mij bent en in elke strijd mijn Helper blijft. Laat mij in alles rusten in Uw onveranderlijke liefde, in de zekerheid dat niets mij ooit van U zal scheiden.