Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
God is ons een toevlucht. Psalm 46:1
De zegeningen van het Evangelie zijn niet alleen daartoe bestemd, dat men ze zou beschouwen, maar dat men ze zich zou toe–eigenen. Onze Heere Jezus Christus zelf is ons tot ons tegenwoordig gebruik gegeven. Gelovige, gij gebruikt Christus niet, zo als gij behoorde te doen. Wanneer gij in droefheid verkeert, waarom maakt gij er Hem geen deelgenoot van? Heeft Hij niet een medelijdend hart, en kan Hij u niet vertroosten en verlichten? Neen, gij gaat rond bij al uw vrienden, behalve bij de beste Vriend, en stort uw hart uit aan allen, behalve aan de boezem des Heren. Zijt gij beladen met de zonden van deze dag? Hier is een fontein van bloed; gelovige, maak er gebruik van. Heeft schuldgevoel u opnieuw bezwaard? De vergevende genade van Jezus mag gij telkens opnieuw ondervinden. Laat u terstond door Hem reinigen. Betreurt gij uw zwakheid? Hij is uw sterkte, waarom leunt gij niet op Hem? Voelt gij uw naaktheid? Kom, o ziel, doe aan de gerechtigheid van Christus. Vergenoeg u niet met er naar te zien, maar bekleed u er mee. Ontdoe u van uw eigengerechtigheid, en ook van uw vreze; trek het helder witte linnen aan, het is bestemd om gedragen te worden. Voelt gij u ziek? Trek aan het schelkoord van gebed, en roep de dierbare Medicijnmeester; Hij zal u de geneesmiddelen toedienen, die u zullen verkwikken. Gij zijt arm, maar gij hebt “een Bloedverwant, een man van groot vermogen.” Wat! gij wilt niet tot Hem gaan, en Hem vragen, u van zijn overvloed te geven, terwijl Hij u de belofte gedaan heeft, dat gij mede–erfgenaam met Hem zou zijn, en al wat Hij is en wat Hij heeft tot het uw gemaakt heeft? Er is niets wat Christus zozeer mishaagt, dan dat de zijnen een vertoning van Hem maken, en Hem niet gebruiken. Hij heeft graag dat wij ons van Hem laten dienen. Hoe meer lasten wij op zijn schouders leggen, des te dierbaarder zal Hij ons zijn. Laat ons niet stug van verre staan, Niet vrezen voor de Heer, Al schonk ons Bethlehem niet meer Dan Sinaï weleer.