Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden. Markus 6:52
We moeten met intense aandacht het wonder van de broden beschouwen, als we niet in hetzelfde kwaad willen vervallen als wat de discipelen overkwam. Toen ze Jezus op de zee zagen wandelen, ‘ontzetten zij zich bovenmate zeer in zichzelf en waren verwonderd. Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was verhard.’ Harde harten en een pijnlijk ongeloof komen zomaar op in de braakliggende plaatsen waar we onze vergeten genadegaven begraven. We moeten de wonderen van onze Heere Jezus Christus overwegen. Het zijn maar geen niemendalletjes. We moeten er onze blik niet over laten glijden alsof het maar alledaagse dingen uit de krant zouden zijn. Alles wat te maken heeft met de Zoon van God is een geschikt onderwerp voor de meest grondige bestudering, en wie vreugde heeft in alles wat Hij heeft gezegd en gedaan, zou dat moeten naspeuren. Aarde noch hemel, tijd noch eeuwigheid levert uitgelezener juwelen van gedachten op dan dat wat onze Heere heeft volbracht. We behoorden alles wat Jezus Christus in één bepaalde tijd heeft gedaan, goed na te gaan, omdat Hij gisteren, heden en in der eeuwigheid Dezelfde is. Het is de aanduiding van wat Hij voornemens is wéér te doen als dat nodig zou zijn. Nog altijd zou Hij Zijn eigen schapen eerder door een wonder voeden, dan toelaten dat hun enig goed ontbrak. De wonderen die Hij heeft verricht, hebben Zijn kracht niet verbruikt. De dauw van Zijn jeugd is nog steeds op Hem. De lokken van onze Simson zijn niet afgeschoren, onze Salomo heeft Zijn wijsheid niet verloren, onze Immanuël heeft niet opgehouden te zijn ‘God met ons’.