Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Gij zijt mijn knecht, u heb Ik uitverkoren. Jesaja 41:9
Indien wij Gods genade in onze harten ontvangen hebben, is de praktische uitwerking daarvan geweest, ons tot dienstknechten Gods te maken. Wij mogen ontrouwe dienstknechten zijn, wij zijn zeker onnut; maar wij zijn toch, dank zij zijn naam, zijn dienaren, die zijn kleuren dragen, aan zijn tafel eten, zijn bevelen gehoorzamen. Eens waren wij dienstknechten van de zonde, maar Hij, die ons vrijmaakte, heeft ons nu in zijn gezin opgenomen, en ons zijn wil leren volbrengen. Wij dienen onze Meester niet op volmaakte wijze, maar wensen dit te doen, indien wij slechts konden. Als wij de stem Gods tot ons horen zeggen: “Gij zijt mijn knecht,” kunnen wij met David antwoorden: “Ik ben Uw knecht; Gij hebt mijn banden losgemaakt.” Maar de Heere noemt ons niet slechts zijn dienstknechten, ook zijn uitverkorenen: “u heb ik uitverkoren.” Wij hebben niet Hem, maar Hij heeft ons verkozen. Als wij Gods dienaren zijn, zijn wij dat niet altijd geweest; die verandering moet aan vrije genade worden toegeschreven. Het oog van Hem, die vrijmachtig is, koos ons uit, en de stem van de onveranderlijke Liefde verklaarde: “Ik heb u lief gehad met een eeuwige liefde.” Lang vóór dat de tijd begon, of de ruimte werd geschapen, had God de namen van zijn uitverkoren volk in zijn hart geschreven, ze verordineerd om aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig te worden, en ze tot erfgenamen van de volheid zijner liefde genade en heerlijkheid gesteld. Welk een troost is hierin gelegen! Zou de Heere, die ons zolang heeft liefgehad, ons nu verwerpen? Hij kende onze hardnekkigheid; Hij wist dat onze harten boos waren, en nochtans verkoos Hij ons. Onze Heiland is niet wispelturig in zijn liefde. Hij wordt niet voor een moment betoverd door een glans van schoonheid in zijn gemeente, om haar daarna als trouweloos van zich te stoten. Neen, Hij heeft van eeuwigheid een trouw verbond met haar gesloten, en van Jehovah staat geschreven, dat Hij “het wegdoen haat.” De eeuwige uitverkiezing is een schuldbrief, die ons tot dankbaarheid en Hem tot trouw verplicht, en die door geen der partijen kan worden verloochend.