Gebed moet niet ons toevallige werk zijn, maar onze dagelijkse bezigheid, onze gewoonte en roeping. Zoals kunstenaars zich wijden aan hun modellen, en dichters aan hun klassieken, zo moeten wij ons wijden aan het gebed. Wij moeten in gebed verzonken zijn als in ons element, en zo bidden zonder ophouden. Heere, leer ons bidden, opdat wij meer overvloedig zullen zijn in het smeken. De gemeenschappelijke fout van de meesten van ons is dat wij ons laten afleiden. Onze gedachten dwalen heen en weer, en wij boeken weinig vooruitgang in de richting van het door ons gewenste doel. Als kwikzilver wil onze geest niet bij elkaar blijven, maar rolt heen en weer. Hoe groot is dit kwaad! Het schaadt ons en, wat nog erger is, het beledigt onze God.