Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem. Kolossenzen 2 vers 6
Het geloofsleven wordt hier vergeleken met het aannemen van een gift of een geschenk. Het sluit elke gedachte aan verdienste uit. Zoals de aarde de regen indrinkt, zoals de zee het water van de rivieren ontvangt, zoals de nacht het licht van de sterren aanneemt, zo hebben wij deel aan de genade van God. Wij ontvangen haar zonder zelf iets te geven. Gelovigen zijn van nature geen bronnen; zij zijn slechts putten, die gevuld worden met het levende water. Zij zijn lege vaten, waarin God Zijn heil uitgiet. Als wij het geloven vergelijken met het ontvangen van een geschenk, laten wij zien dat wij het ontvangen van Gods genade zien als een werkelijkheid. Wij geloven in een werkelijkheid. We ontvangen geen schaduw. Christus wordt een werkelijkheid voor ons. Zolang wij niet geloven, is Jezus alleen maar een Naam voor ons; Hij is Iemand die lang geleden leefde; zo lang geleden, dat Zijn leven nu alleen maar een verhaal voor ons is. Maar door de daad van het geloof wordt Jezus voor ons bewustzijn een werkelijkheid. Ontvangen betekent ook dat je meester van iets wordt, dat je het aangrijpt. Wat je ontvangt, wordt je eigendom; je eigent jezelf dat wat gegeven wordt, toe. Als ik Jezus ontvang, dan wordt Hij mijn Heiland; Hij wordt zo ‘van mij’, dat Hij in leven en dood niet meer van mij kan worden afgenomen. In de verlossing ontvangen blinden hun gezichtsvermogen terug, doven het gehoor, en doden het leven. Maar we hebben niet alleen deze zegeningen ontvangen, we hebben Christus Jezus Zelf gekregen. Het is waar dat Hij ons het leven uit de dood gaf. Hij gaf ons de vergeving van onze zonden. Hij gaf ons de toegerekende gerechtigheid. Dit zijn kostbare dingen, maar we zijn er niet mee tevreden; wij hebben Christus Zelf gekregen. De Zoon van God is in ons neergedaald, en wij hebben Hem ontvangen. We hebben ons deze gave toegeëigend. Hoe vol moet het hart zijn dat Jezus bezit, want zelfs de hemel kan Hem niet bevatten!