Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
De oogst is voorbijgegaan, de zomer is ten einde, nog zijn wij niet verlost Jeremia 8:20
Niet verlost! Lieve lezer is dit uw treurig lot? Gewaarschuwd om de toekomende toorn te ontvlieden, vermaand om te vluchten om uws levens wil, en och! op dit ogenblik niet verlost. U kent de weg van de zaligheid, u leest die in de Bijbel, u hoort die van de kansel verkondigen, u ziet die aangewezen door vrienden, en toch verwaarloost u die weg; daarom bent u nog niet verlost. Gij zult niet te verontschuldigen zijn, wanneer de Heere de levende en de doden zal oordelen. De Heilige Geest heeft in meerdere of mindere mate Zijn zegen gegeven op het woord, dat in uw oor werd gepredikt; tijden van verlevendiging zijn van het aangezicht van de Heere over u gekomen, en toch bent u buiten Christus. Al deze hoopvolle tijden kwamen en gingen, uw oogst en uw zomer zijn voorbijgegaan, nog bent u niet verlost. Jaren hebben elkaar verdrongen naar de eeuwigheid, spoedig zal het uw laatste jaar hier zijn, de jeugd is verdwenen, de mannelijke leeftijd gaat voorbij en nog bent u niet verlost. Laat mij u vragen: zult u ooit verlost worden? Is dit waarschijnlijk? De meest geschikte gelegenheden hebben u onbehouden gelaten; zullen andere omstandigheden uw toestand veranderen? Middelen faalden, de beste middelen, met volharding en liefde aangewend; wat kan er meer voor u worden gedaan? Lijden en voorspoed maakten even weinig indruk op u; tranen en gebeden en predikingen werden op uw onvruchtbaar hart verspild. Staan niet al de kansen u tegen om ooit verlost te worden? Is het niet meer dan waarschijnlijk dat gij blijven zult wat u nu bent, totdat de dood de deur van de hoop voor eeuwig sluit? Deinst u voor deze gedachte terug? Toch is zij niet van grond ontbloot. Hij, die door zovele wateren niet is rein gewassen, zal naar alle waarschijnlijkheid onrein het einde bereiken. De gelegen tijd kwam tot hiertoe niet, waarom zou hij ooit komen? Het is niet onredelijk, om te vrezen, dat die gelegenheid nooit voor u zal aanbreken, en dat u, evenals Felix, die niet zult vinden, totdat u uw ogen in de hel openen zult. O, bedenk toch wat die hel is, en stel u de ontzettende waarschijnlijkheid voor, dat u daar spoedig ingeworpen zult worden. Lezer! Veronderstel dat u sterven zou zonder verlost te zijn; geen woorden zouden uw ellende kunnen beschrijven. Schrijf uw ontzettende toestand in bloed en tranen, spreek ervan met wenen en knarsen van de tanden; u zult worden gestraft met het eeuwig derven van de heerlijkheid van de Heeren en van de heerlijkheid van zijn kracht. De stem van een broeder wilde u zo graag tot ernst doen opmaken. O, word wijs, word wijs intijds, en eer nog een ander jaar een aanvang neemt, geloof in Jezus, die tot het uiterste toe kan behouden. Wijd deze laatste uren aan overdenkingen in de eenzaamheid, en indien oprecht berouw in u ontstaat, zal het wel wezen; en als het u brengt tot ootmoedig geloof in Jezus, zal dit het beste zijn van alles. O! zie toe dat dit jaar niet voorbij gaat en u zonder vergiffenis late. Het nieuwe jaar vindt u niet zonder blijdschap en troost. NU, NU, NU, geloof en leef. Behoud u om uw levens wil, zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; behoud u naar het gebergte heen opdat gij niet omkomt.