En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven. Ezechiël 36:26
Het harde hart houdt niet van de Verlosser, maar het vernieuwde hart brandt van genegenheid voor Hem. Vele zijn de voorrechten voor dit vernieuwde hart: ‘Hierin woont de Geest en hierin rust Jezus.’ Dit hart is geschikt gemaakt om iedere zegening te ontvangen en elke zegening komt tot het hart. Het is geschikt gemaakt om hemelse vruchten voort te brengen tot eer en lof van God, en daarom schept God er behagen in. Een teder hart is de beste verdediging tegen de zonde en de beste voorbereiding op de hemel. Een vernieuwd hart staat op haar wachttoren en ziet uit naar de komst van de Heere Jezus. Hebt u ook zo’n hart van vlees? God heeft ons nooit verkoren of geroepen omdat we heilig waren, maar Hij riep ons opdat we heilig zouden worden, en heiligheid is het kunstwerk dat door Zijn werk in ons tot stand gebracht wordt. Alle deugden die we in een gelovige zien, zijn evenzeer het werk van God als de verzoening zelf. Zo wordt op lieflijke manier de volheid van Gods genade aan het licht gebracht. De behoudenis moet wel uit genade zijn, want de Heere Zelf is de Auteur ervan. Behoudenis moet wel genade zijn, want de Heere werkt op zo’n manier dat onze eigen gerechtigheid voor altijd wordt uitgesloten. Dat is het voorrecht van de gelovige: de behoudenis nu-, dit is het bewijs dat hij werkelijk geroepen is: een heilig leven. Om dit tot stand te brengen, moet Hij ons een vlesen hart geven.