Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid door Christus Jezus. Fill. 4:19
De God van Paulus is onze God, en Hij zal al onze nooddruft vervullen. Paulus voelde er zich zeker van ten aanzien van de Filippenzen, en wij voelen er ons zeker van wat onszelf betreft. God zal het doen, want het past bij Hem: Hij heeft ons lief, Hij heeft er een vermaak in, ons te zegenen, en dit te doen zal Hem verheerlijken. Zijn medelijden, zijn macht, zijn liefde, zijn trouw, alles werkt samen, opdat wij niet uithongeren. Welk een maatstaf legt de Heere aan: “naar zijn rijkdom in heerlijkheid door Christus Jezus”. De rijkdom van zijn genade is groot, maar wat zullen wij zeggen van de rijkdom van zijn heerlijkheid? Wie zal zijn “rijkdom van heerlijkheid door Christus Jezus” naar waarde schatten? In overeenstemming met deze onmetelijke maat zal God de onpeilbare afgrond van onze nooddruft vervullen. Hij maakt de Heere Jezus tot de bewaarplaats en het kanaal van zijn volheid, en dan deelt Hij aan ons zijn rijkdom van liefde uit in zijn hoogste vorm. Halleluja! De schrijver weet, wat het is, op de proef te worden gesteld in het werk van de Heere. Trouw is betaald met boosheid, en milde gevers hebben hun contributie ingetrokken; maar hij, die zij hebben geprobeerd te onderdrukken, is er geen cent armer om geweest, ja, hij is eerder te rijker geworden; want deze belofte is waar geweest: “mijn God zal al uw nooddruft vervullen”. Wat God verschaft is zekerder dan de Bank van Engeland.