Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Die al uw ziekten geneest. Psalm 103:3
Het is een vernederende verklaring, doch het is tevens een zeker feit, dat wij allen meer of minder door de kwaal der zonde zijn aangetast. Welk een troost, te weten, dat wij een grote Medicijnmeester hebben, bekwaam en gewillig om ons te genezen! Laat ons deze avond enige ogenblikken aan Hem denken. Hij geneest spoedig; die op Hem ziet, heeft het leven; Hij geneest volkomen; Hij tast de kwaal in het hart aan, en daarom zijn zijn genezingen zeker. Hij faalt nooit, en de ziekte keert nimmer terug. Als Christus genezen heeft, stort men niet weer in; er is geen gevaar, dat zijn patiënten slechts voor een tijd wat opgeknapt zouden zijn, Hij maakt ze tot nieuwe mensen; Hij geeft hun een nieuw hart en een vaste geest binnen in hen. Hij kan alle ziekten genezen. De meeste doktoren hebben zich in het bijzonder op de kennis van een enkele toegelegd. Ofschoon zij enige kennis hebben van al onze kwalen en pijnen, is er doorgaans een enkele ziekte, die zij boven alle anderen bestudeerd hebben; maar Jezus Christus is door en door bekend met de gehele menselijke natuur. Hij is evenzeer op de hoogte van de ene zondaar als van de anderen, en heeft nog nooit een buitengewoon geval ontmoet, dat Hem te moeilijk was. Hij heeft met zonderlinge, vreemde ziekteverschijnselen te doen gehad, maar met één oogopslag heeft hij juist geweten, hoe Hij de lijder moest behandelen. Hij is de enige algemene dokter; en de medicijn, die Hij heeft, is het ware algenezend middel, dat nooit faalt. Wat ook onze ziekte zij, wij moeten terstond tot deze goddelijke Medicijnmeester de toevlucht nemen. Er is geen gebroken hart, dat Hij niet kan verbinden. “Zijn bloed reinigt van alle zonden.” Wij behoeven slechts te denken aan de duizenden, die van allerlei kwalen verlost zijn door de kracht van zijn aanraking, en wij zullen ons vol vreugde aan Hem overgeven. Wij vertrouwen op Hem, en de zonde sterft; wij hebben Hem lief, en de genade leeft in ons; wij wachten op Hem, en de genade neemt toe; wij zien Hem gelijk Hij is, en de genade is voor eeuwig volmaakt.