De helm is een onderdeel van het ouderwetse harnas. Toen vroeger de luitenants en andere officieren het regiment rondgingen, keken zij niet alleen of de mannen hun helmen op hadden, maar ze keken ook of zij hem hadden geolied, want in die tijden olieden ze hun helmen om ze te laten glimmen en om de verschillende scharnieren en gespen, enzovoort, in goede staat te houden. Op de helmen was nooit roest toegestaan en men zegt dat toen de soldaten met hun koperen helmen en hun witte pluimen marcheerden, zij helder schitterde in de zon. Weet u, David spreekt, van het zalven van het schild. Hij sprak over een koperen schild dat moest worden gezalfd met olie. Nu, wanneer God de hoop van Zijn volk zal zalven, wanneer Hij hun de olie van vreugde geeft, zal hun hoop helder schijnen in het licht van het aangezicht van de Heiland. Wat een fijne reeks soldaten zijn het dan! Satan beeft bij het glinsteren van hun zwaarden, hij kan het niet verdragen om naar hun helmen te kijken. Maar sommigen van u hopen niet voldoende, u houdt het niet glimmend, het raakt roestig en buiten gebruik en uiteindelijk zit het niet meer comfortabel en word u moe van het gevecht. O Heilige Geest, zalf onze hoofden met Uw frisse olie en laat Uw heiligen uitgaan als een schrikaanjagend leger dat Uw banieren draagt.