Gebed.
HEERE, wij willen tot U komen, maar komt Gij tot ons. Trek ons en wij zullen U nalopen. Gezegende Geest, help ons in onze zwakheden, want wij weten niet wat wij bidden moeten, zoals het behoort. Kom, Heilige Geest, en geef juiste gedachten en juiste woorden, opdat wij allen in staat mogen zijn te bidden in het gemeenschappelijk gebed, zodat ieder van ons, mag voelen dat er voor ieder een deel is. Wij zijn dankbaar als wij bedenken, dat als de voorganger in het heiligdom niet in staat is voor iemand van ons te bidden, er Eén is die de namen van al Zijn verlosten op Zijn borst en op Zijn schouder draagt, die er met de liefde van Zijn hart en de kracht van Zijn hand voor zal zorgen de zaak van al de Zijnen te onderhouden.
Lieve Heiland, wij stellen ons onder Uw heilige bescherming. Voorspreker bij de Vader, pleit vandaag voor ons, ja, doe voorbede voor de overtreders. Wij wensen de Naam van de Heere te loven met heel ons hart, want zovelen van ons hebben gesmaakt dat de Heere genadig is. Waarlijk, Gij hebt ons verlost uit de afgrond van duistere wanhoop, waarin wij ellendige zondaars lagen. Gij hebt ons ook doen opstaan uit de afschuwelijke put en uit de kleiachtige grond. Gij hebt onze voeten op een rots gezet en het nieuwe lied dat Gij ons in de mond hebt gelegd, willen wij niet smoren, maar wij willen de Heere lofprijzen, Wiens barmhartigheid eeuwig duurt.
Wij danken U, Heere, voor de liefde zonder begin die ons heeft uitverkoren voordat de aarde bestond, voor de liefde zonder mate die het verbond aanging voor onze verlossing, voor de liefde zonder falen, die te zijner tijd in de Persoon van Christus verscheen en onze verlossing bewerkstelligde, voor die liefde die nooit veranderd is, hoewel wij afgedwaald zijn, die liefde die trouw blijft zelfs wanneer wij ontrouw zijn.
O God, wij loven U dat Gij ons tot op deze dag hebt bewaard en dat Gij ons nooit zult loslaten. Sommigen kunnen zeggen: “Hij herstelt mijn ziel,” zij waren afgedwaald, treurig afgedwaald, maar Gij hebt hen weer teruggebracht. Heere, behoed ons voor dwalen, dan zullen wij zingen: “Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor Zijn heerlijkheid in grote vreugde.” Prijst de Heere, vanuit het diepste van onze ziel prijzen wij U Heere. Gezegend zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, de Drie-ene. Gezegend zij het ambt van de Heere dat voor eeuwig ondersteund wordt door de goddelijke Personen en voor de goddelijke zegen die tot ons is gekomen door die neerbuigende liefde die gedragen wordt door de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
We hebben steeds een begeerte om te zingen. We zouden onze harp uit de wilgen halen, als we hem daar hadden opgehangen, en we zouden elke snaar wakker schudden tot de zoetste melodie van lofprijzing tot de Heere, onze God. Toch, Heere, kunnen we niet afsluiten met lofprijzing, want we zijn verplicht voor U te komen met nederige belijdenis van zonde. Wij zijn niet de minste van al deze gunsten waardig. Wij kunnen niet zeggen: Wij zijn het waard voor wie Gij dit doet”, neen, wij zijn het volstrekt niet waard en Uw gaven zijn naar de rijkdom van Uw genade, waarvoor wij U nogmaals loven.
Heere, vergeef ons al onze zonden. Mogen Uw vergevenen een hernieuwd besef hebben van hun aanvaarding in de Geliefde. Als er een wolk is ontstaan die U verbergt voor een gelovig oog, neem die wolk dan weg. Als wij in onze mars door deze wereld, die zo vol slijk is, ook maar één vlek op ons hebben, lieve Heiland, was onze voeten dan met dat gezegende voetbad en zeg dan tegen ons: “Gij zijt in elk opzicht rein.” Mogen wij het zo weten, dat er geen veroordeling is, geen scheiding, de zonde is weggedaan zowel wat betreft haar scheidende als haar vernietigende kracht, en mogen wij in volle gemeenschap met God komen. Mogen wij in het licht wandelen zoals God in het licht is en gemeenschap met Hem hebben, terwijl het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, ons reinigt van alle zonde. Laat geen kind van U een dood werk op zijn geweten hebben en moge ons geweten gezuiverd worden van dode werken om de levende en ware God te dienen.
En o, als er zijn die, na belijdenis van hun godsdienst te hebben afgelegd, zijn afgedwaald door enige vorm van zonde, Heere, herstel hen dan. Als zij gevallen zijn door sterke drank, als zij gevallen zijn door onkuisheid, als zij gevallen zijn door oneerlijkheid, als zij, op welke wijze ook, hun klederen bevlekt hebben, o dat Uw genade hen dan moge terugbrengen en hen weer onder de kinderen stellen. Maar geef hen niet op, stel hen niet als Adama, maak hen niet als Zeboim, maar laat Uw berouw ontsteken en Uw ingewanden van ontferming voor hen bewogen worden, en laat hen ook bewogen worden, en mogen zij met geween en met smeking terugkeren en U vinden als een God die bereid is tot vergiffenis.
Verder vragen wij U, onze Vader, op deze dag, om Uw werk in onze harten te vervolmaken. Wij zijn gered, maar wij willen ook gered worden van elke vorm en graad van zonde – van zonden die in ons liggen en waarvan wij ons nauwelijks bewust zijn dat ze er zijn. Als wij enige trots hebben waarvan wij ons niet bewust zijn, enig ongeloof waarvan wij ons niet bewust zijn, als er een vastklampen is aan het schepsel, een vorm van afgoderij die wij nog niet hebben waargenomen, bidden wij U, Heere, ons te doorzoeken als met kaarsen totdat Gij het kwaad opspoort en het dan wegdoet. Wij zijn niet tevreden met vergeven zonde, “Wij bidden, Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest.” Help ons in ons dagelijks leven, in onze gezinnen, in onze relaties als echtgenoten of echtgenotes, ouders of kinderen, meesters of dienstknechten, in onze zakelijke ondernemingen met onze medemensen, in onze omgang met de Kerk van God, mogen wij waarachtig zijn, oprecht, zuiver, en bewaard worden voor de grote overtreding omdat wij ook bewaard worden voor de kleine.
O, dat we zo mogen zijn dat we Christus verheerlijken. Red ons, bidden wij U, van de godsdienstige sleur. Geef bijzondere genade voor een bijzonder volk. Mogen wij in Christus blijven. Mogen wij dicht bij God leven. Laat de begeerlijkheden van de wereld geen macht over ons hebben. Mogen wij volgroeid zijn in genade om niet betoverd te worden met het speelgoed dat bij wereldse kinderen past. O, geef ons in het bijzonder dat wij U mogen dienen, dit gebed hebben wij reeds gebeden, maar wij bidden het opnieuw, maak ons nuttig voor het heil van onze medemens. O Heere, hebben wij al zo lang in de wereld geleefd en nog zijn onze kinderen onbekeerd? Laat ons dan niet rusten totdat zij waarlijk gered zijn. Hebben wij veel mensen om ons heen ontmoet die zich nog niet bewust zijn van ons christelijk karakter? Hebben wij nog nooit het Woord des Levens tot hen gesproken? Heere, wek ons dan op tot een diepe zorg voor allen met wie wij van dag tot dag in contact komen. Maak ons allen tot zendelingen, thuis, op straat of in onze werkplaats, waar de Voorzienigheid ons ook toevertrouwt, laat ons daar schijnen als lichten in de wereld.
Heere, houd ons nauwgezet, nauwgezet in de leer, nauwgezet in de ervaring, nauwgezet in het leven, nauwgezet in woord, nauwgezet in daad. Laat ons een intens verdrietig hart hebben over de velen die afdalen naar het eeuwige vuur waarover onze Meester sprak. Heere, red hen! HEERE, RED HEN! Houd, bidden wij U, de stromen van zonde tegen die door de straten van onze stad of dorp stromen, zuiver de dode zee van zonde, waarin zovelen van de heidenen liggen en verdrinken. O, dat de dag zou komen dat de Naam van Jezus een huishoudelijk woord zou zijn, dat iedereen wist van Zijn liefde, en van Zijn dood, en van Zijn bloed, en van de reinigende kracht daarvan. Heere, red de mensen, verzamel het gezelschap van het verloste volk. Laat hen die de Vader aan Christus gegeven heeft, uit de puinhopen van de val naar voren gebracht worden om Zijn vreugde en kroon te zijn. “Laat het volk U loven, o God, ja, laat het gehele volk U loven.” Laat de einden der aarde vrezen voor Hem die stierf om hen te redden. Laat de hele aarde vervuld zijn met de heerlijkheid van God.
Dit is ons grote gebed en wij bekronen het met dit: Kom, Heere Jezus, kom Heere en vertraag niet. Kom in de volheid van Uw kracht en de luister van Uw heerlijkheid! Kom snel, Heere Jezus.
Amen.