Wat voor een slaap is de doodslaap? Wij weten, dat de hoofdgedachte, die aan slaap verbonden is, die van rust is. Wanneer het oog door de slaap gesloten is, heeft het geen pijn meer door het felle licht of het vloeien van tranen, het oor wordt niet moe door het gedruis van het leven of de klacht van het lijden; de hand is niet verzwakt door langdurige krachtinspanning en moeitevolle arbeid, de voet wordt niet verwond door het wandelen langs hobbelige wegen. Slaap is rust voor het kloppend hoofd, overspannen zenuwen en het bezwaarde hart. Op zijn bed, hoe hard dat ook mag zijn, vergeet de arbeider zijn werk, de koopman zijn zorgen, de denker zijn moeilijkheden en de lijder zijn pijn. De slaap maakt elke nacht tot een sabbat voor de dag. De slaap sluit de deur van de ziel en laat alle indringers buiten wachten. Zo is het ook met het lichaam, dat rust in het graf. ’’Daar rusten de vermoeiden van kracht, de knecht is vrij van zijn heer.” De werkman leunt niet meer op zijn spade. De geleerde vergaart geen kennis meer. Het rad staat stil, de schietspoel is niet in beweging, de hand en de vingers, die ze beide in beweging brachten, liggen nu stil. Het graf sluit alle stoornis, arbeid en moeite uit. De afgematte gelovige slaapt rustig als het kind, dat, vermoeid van het spelen, de ogen sluit en aan moeders borst inslaapt. O zalig zij, die in de Heere sterven, zij rusten van hun arbeid en hun werken volgen hen na. Wij schuwen het werk niet, ofschoon het op zichzelf een vloek is, want, geheiligd, is het een zegen, maar wij zouden het toch niet op zich kiezen en wanneer Gods werk geëindigd is, zijn wij blij, dat het onze ook geëindigd is. De machtige Bruidegom zal, wanneer wij onze dagtaak vervuld hebben, zijn dienstknechten op het beste bed laten uitrusten, want de grond van de valleien zal zacht voor hen zijn. Hun rust zal niet worden gestoord, tot Hij ze opwekken zal om hen hun volle beloning te geven. Door engelen bewaakt, achter het gordijn van de eeuwigheid verscholen, in de schoot van moeder aarde rustende, zal u voortsluimeren, u, erfgenamen van de heerlijkheid, tot de volheid van de tijd u de volheid van de zaligheid zal doen smaken.