… opdat wij de zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden. 1 Petrus 2:24
Al diegenen onder u die hebben gezien op Jezus Christus, Die uw zonden in Zijn eigen lichaam op het kruis heeft gedragen, zijn dood voor de zonde wat betreft haar heersende kracht. Dood – in de eerste plaats omdat we de afschuwelijke aard ervan hebben gezien. De zonde was zo verachtelijk, dat het nodig was dat de Zoon van God Zelf zou sterven voordat zij kon worden vergeven. De zonde is een te schrikwekkend en te vreselijk kwaad dan dat we er ooit luchthartig mee kunnen omgaan. De zonde had haar aantrekkelijke kanten, maar nu hebben we het huichelachtige ervan bemerkt. De valse profeet Mokanna, die een zilveren sluier over zijn voorhoofd droeg, heeft velen misleid. Hij zei dat het licht dat vanonder de sluier zou schijnen, de mensen blind zou maken, wanneer die sluier opgelicht zou worden: zo groot was de heerlijkheid… Maar toen iemand op een keer had gezien dat de man lepra had, en hij op zijn voorhoofd in plaats van een stralend licht de witte schilfers van een leprapatiënt had, wilde niemand zijn volgeling worden. O zonde, bij het kruis zie ik dat je zilveren sluier is weggenomen, en dan merk ik dat je afschuwelijk melaats bent. Ik ben dood voor je. Weg, gemene verrader met je bloedvlekken! Ik kan je geen onderdak geven in mijn hart! De dood van Christus is dus voor ons de dood van de zonde.